Getuigenis - inspiratie

"Graag ben ik in zekere zin altijd mijn eigen werkgever... Het belangrijkste daarbij is dat ik het werk, het creëren, kan afstemmen op mijn gevoelswereld. Voor creëren is inspiratie een basis. Inspiratie komt niet op afroep en zeker niet onder druk. Inspiratie vraagt openheid naar ervaring. Prikkels van buitenaf zijn voedend, het is daarbij belangrijk dat mijn binnenwereld ontvankelijk is voor de prikkel en de verwerking diepgaand en vergaand is. Dan ineens kan er inspiratie zijn en ik heb geleerd daár attent - niet zozeer angstig - op te reageren. Zodra ik de druk van buitenaf voel in de vorm van al dan niet met de realiteit overeenkomende verwachtingen of een verwarrende toestroom aan prikkels, is de creator in mij weg.

Ik heb me vaak verzet tegen deze 'instabiliteit', verweet mezelf té gevoelig te zijn. Nu zie ik het als de aard van het beestje. Sindsdien versta ik de creatieve wetten beter en word ik ook meer flexibel, met name door de ruimte te vragen die ik nodig heb om inspiratie te voelen en er adequaat op te reageren.

De benodigde ruimte kan ik ook vragen aan een externe werkgever. Hier komt emotionele ontwikkeling de kunstenaar in mij tegemoet. Assertief zijn over wat het creatieve proces, en ik als intenseling, nodig heb, dat is cruciaal om mijn werk te doen.

Bovendien, als ik het loskoppel van persoonlijk falen of zelfs een gestolde, persoonlijke eigenschap, zie ik dat ik hiermee iets groters honoreer dan dat ikzelf - of een externe werkgever - helemaal in de hand heb. Als ik gevraagd word iets te creëren, dan hebben we nu eenmaal met deze manier van werken te doen. Er zal iets door mij heen moeten stromen, wil 'niets' tot 'iets' verworden.

De spirituele zoeker in mij hernoemt dit graag tot een 'sacraal' aspect van het creatieve proces. De verbonden medemens in mij weet ondertussen dat concreet en direct hierover zijn in communicatie, ook naar mezelf, van belang is. Er zijn geen creatieve garanties en ik heb geen behoefte mezelf, of eigenlijk de creaties, eindeloos te imiteren. De doodslag van artistieke levendigheid is de druk tot herhaaldelijke productie. Dat zeg ik wat grotesk omdat het ook zo voelt, het voelt gróf. Terwijl openheid altijd uiterst sensitief en subtiel is, het is een poreuze beleving, jezelf tastbaar en doordringbaar opstellen zodat de kans toeneemt dat er in de uitwisseling met de binnenkomende buitenwereld in de binnenwereld iets opborrelt wat we inspiratie noemen.

Inspiratie is tenslotte lucht binnenlaten. Gaat iemand, inclusief ikzelf, op mijn borstkas zitten, dan loop ik leeg. Leeg is wel de ervaring die ik vaak op school had...

Inspirationele leegte herken ik ondertussen en zie ik als een staat die er mag zijn, ook hier weer geen druk.., maar zeker niet chronisch wenselijk is.

Soms baal ik nog weleens van de hypergevoeligheid richting andermans emoties, wensen, gevoelde eisen...de omgeving. Maar hey, het is dezelfde gevoeligheid die, wanneer naar binnen gekeerd, ongewone ideeën, verrassende vergezichten en van de norm afwijkende gedachten opmerkt. Die gevoeligheid is extern gericht weleens ontregelend, naar binnen toe gericht is het mijn belangrijkste werkgever. Bovendien, die extern gerichte gevoeligheid komt inspiratie meer dan ten goede wanneer er ruimte is.... Een vorm van leegte die niet bedreigend of doods aanvoelt, eerder als de stilte voor de inspirationele storm. En muziek, bewuste beweging of gerichte, vertraagde aanraking. De geïsoleerde prikkel opent binnenwerelden vol creatieve mogelijkheden. In elke wereld schuilt een andere werkgever, een ander soort onderwijs, een prikkelende, open opdracht die ik mezelf met alle liefde voor dit waanzinnige leven geef!"

Previous
Previous

Getuigenis - lief en licht

Next
Next

Getuigenis - instant vreugde