Creatie verbeelden

"What I tend to do is to wake about five in the morning - this happens quite often - think about the invention, and then image it in my mind in 3D, as a kind of construct. Then I do experiments with the image...Sort of rotate it, and say, 'well what'll happen if one does this?' And by the time I get up for breakfast I can usually go to the bench and make a string and sealing wax model that works straight off, because I've done most of the experiments already (Lovelock, cited in Sparks of Genius, Robert and Michèle Root-Bernstein)."

Hoe speelt verbeelding een rol in jouw creatieve processen? Hoe werk je met verbeelding, in je ambacht, inventiviteit, in relaties en in je persoonlijke en professionele ontwikkeling?

Een persoonlijk voorbeeld. Als ik een lezing of les voorbereid, dan verzamel ik informatie van veel verschillende bronnen. Internet, films, documentaires, biografieën, wetenschappelijke artikelen, muziek. Ik dompel me onder in de onderwerpen en media en vertrouw erop dat op enig moment een rode draad ontstaat. Een rode draad over wat ik wil creëren tijdens een lezing of les. Dit vertrouwen zit zogezegd “in” mij, ik vóel welke beweging ik wil maken en welke beweging door de rode draad wordt gesymboliseerd. Het is namelijk zo dat alle bronnen niet alleen inhoudelijk input geven om over te spreken en oefeningen mee te maken. Het is ook zo dat ik me tussentijds continu voorstel, verbeeld en visualiseer hoe bepaalde inhoud aansluit bij de belevingswerelden van deelnemers. Ik stel me bepaalde deelnemers voor, wat hen fysiek en emotioneel raakt, wat voor informatie waardevol voor hen is, welke ‘bewegingen’ zij momenteel in hun leven maken. En welke beelden, perspectieven en ideeën daarbij waardevol, bevrijdend en inzichtelijk kunnen zijn. Terwijl ik me dit voorstel, zie ik hen voor mij (in mijn “geestesoog”) en voel ik de emoties en bewegingen van hen mee. Ik voel dit fysiek en merk aan verschuivingen in mijn lichaam en gezichtsuitdrukkingen of en hoe bepaalde inhoud opgenomen wordt, “landt”. Dit geeft mij continu feedback over hoe ik veelzijdige perspectieven aan elkaar kan rijgen en vooral ook op een verhalende én eclectische vorm tot een gevoeld geheel maak. Een vorm die niet alleen cognitief interessant is, maar ook verschillende ’modaliteiten’ van de deelnemers prikkelt. Verbeelding, emotie, zintuigen, fysieke beweging. Zoals een danser of een acteur dit wellicht ook doen, stel ik me voor hoe wat ik zeg of aandraag, de ander raakt, een beweging in gang zet en soms ook een transformatie faciliteert. Terwijl dit proces van verbeelding innerlijk gaande is, sta ik ook intens open voor prikkels vanuit mijn omgeving. Regelmatig leg ik de boeken en beelden opzij. Dan maak ik een wandeling of voer een gesprek. Ondertussen koppel ik bewust en onbewust de informatie en prikkels uit deze andere activiteit aan de creatie van een lezing of les. Dit levert inspirerende of verrassende invalshoeken op. Ritme van een wandeling, gezichtsuitdrukkingen in een gesprek of alledaagse taferelen kunnen enorm inspirerend zijn.

Het doet me denken aan de volgende uitspraak van choreografe Twyla Tharp:

“Everything that happens in my day is transactional between the external world and my internal world. Everything is raw material. Everything is relevant. Everything is usable. Everything feeds my creativity. But without proper preparation, I cannot see it, retain it, use it (The Creative Habit: Learn It and Use It for Life: A Practical Guide).”

Het is ook heel belonend om regelmatig feedback van deelnemers te ontvangen die aansluit bij mijn creatieve voorbereiding. Zoals: “Je zegt op precies de juiste momenten precies de juist woorden” of “Je weet een heel veilige sfeer te faciliteren”. Deze feedback strookt met mijn voorbereiding, waarbij het intensief visualiseren en leren van wat deze visualisatie in mijn lichaam te weeg brengt, veel inzicht biedt in wat ik tijdens een lezing of les wil manifesteren en voeden.

Als de lezing of les dan begint, laat ik de bewuste voorbereiding los. De kritische evaluaties heb ik dan ook al gedaan, de keuze voor wat ik wel en niet wil delen zijn gedeeltelijk voorafgaand gemaakt en ik heb ruimschoots ingevoeld wat ik wil neerzetten. Als de lezing of les start, laat ik dit los, vertrouw ik op het moment en de beoefende activiteit van mijn verbeelding. Ik spreek dan ook zonder veel actief herinneren, ik doe niet gevoelsmatig me best om precies te zeggen wat ik heb bedacht. Gevoelsmatig spreekt mijn lichaam en spreekt mijn verbeelding. Ik sta open voor wat er aan vragen en behoeften van anderen opkomt. Dit schept de mogelijkheid om ‘dansend denkend’ de voorbereiding te verweven met wat zich aandient. Ik voel me vrij en kan attent aansluiten bij de deelnemers. Inbreng van deelnemers roept vaak herkenning op, omdat ik me in verbeelding een soortgelijke vraag of reflectie heb voorgesteld. Zo voel ik een brede en diepe emotionele reikwijdte, kan ik vrolijk of kalm meebewegen en ben ik zowel vol interesse en tegelijkertijd dichtbij wat ikzelf wil vertellen en waarmee ik wens te inspireren.

Voorwaarde hierbij is wel dat ik diep heb geslapen, goed gegeten heb, voorafgaand een wandeling heb gemaakt (als ik achter een computerscherm lesgeef) en dat ik zorgen die ik zou hebben over andere aspecten in het leven even en ook letterlijk links laat liggen.

Welke rol speelt verbeelding in jouw creatieve processen?

Previous
Previous

Glunderwerk

Next
Next

Denken versus gedachten