Getuigenis - levensenergie
“De meeste levensenergie, soms een voorwaartse moed, haal ik uit subtiele momenten van intimiteit. Net even die hand op mijn schouders, of zelfs de zachte vraag of het oké is dat die hand daar rust en mijn schouders in contact brengt met… Contact. Ineens is er de tast als intense observatie, de herinnering nu, voelend dus, te leven. De vraag, de uitreiking, de vertraging in de actie, precieze aandacht voor elk deel van het geheel. Het geéft energie. Intensiteit is dan afgestemd, ik voel een vertrouwd maar niet minder levendig soort intimiteit met leven. Vrienden die luisteren waar een ander misschien allang, ook wel begrijpelijk, afgehaakt was. Luisteren met een zachte ‘ja’, wat ‘hummetjes’ hier en daar, een glimlach en fit gevonden humor als existentiële ‘boost’ tussendoor. Luisteren met een heel wezen, het 'verwezenlijkt' elkaar. De scheut levensenergie die het in me oproept is kinderlijk vrolijk, soms overspeel ik vervolgens de intensiteit en verlies ik de intimiteit... Met mezelf, de ander dan uiteraard ook. De voorwaartse moed wordt een aangeleerde dadendrang, of ik dommel weg bij het idee altijd te kunnen leunen op de aanwezigheid van de ander. Na verdriet kan ineens een riante scheut vreugde volgen. Maar het is eigenlijk dezelfde energie. Het is eén en al levensenergie, misschien net een andere toon, kleur, beweging. Dat is waar levenskunst van gemaakt is. De gedaanteverwisseling van die levensenergie kan de overtuiging oproepen dat het over iets fundamenteel anders gaat, maar zodra ik weer die intieme kwaliteit voel, zodra mijn aandacht aandachtig, alert maar niet-willend is, blijkt het allemaal eén te zijn met elkaar. Dat is wat die lieve mensen bieden. Dat is de ontmoeting. Het open samenzijn, een subtiel samenvallen van waarnemer en waargenomene, omdat vertrouwen ís. En dan de wonderlijke waarneming van het bezige bijtje, de waarnemer. Wow, ik leef en het is helemaal goed zo! Ha, zelfs díe waarneming….Het leven als overgave in plaats van opgave.”