Getuigenis - liefhebben
“‘Liefhebben is ook pijn hebben’, zei ze met haar kenmerkende abstracties. Hoewel ze gelijk had, deed het gebrek aan persoonlijke voornaamwoorden pijn. Zo is de liefde, zou ze met een ironische toon benadrukken. Oké. Dit was haar manier van liefhebben. Door zo te spreken bespaarde ze ons beide blaam, point taken. Maar bij gemis aan verantwoordelijkheid waren er ook geen voorwaarden waarbinnen ons drama zich kon afspelen. In drama’s wordt er gevoeld.
Toegegeven, ik ben iets te verzot op drama. Hechtingsprobleem, aldus de psycholoog. Vroeger,thuis, kon ik nooit de hoofdpersoon zijn maar in de tragedies die we om de drie weken in ons relatiegekibbel nabootsen voel ik me met regelmaat de exquisiete vertolker van de prijswinnende monoloog.
Belangrijker is dat een gedeclareerde liefde zonder voorwaarden vaak een verlangen naar stilaan dodelijke veiligheid verborg. Kwetsbaarheid is de grond onder de gevoelde liefde.
Ik lach in mezelf, want ik neem al die abstracties gretig over. Wij twee liefhebbers zoeken soelaas in het hoofd, maar het hart zingt in dialoog met wat er mogelijk is, wat altijd blootligt. De aan ons ontglippende uitademing en die makkelijk te krenken huid, de contactgrens waar ‘ons’ opbloeit. Tastbaar en toch nooit helemaal kenbaar. 'Ik' is net zo vaak een bezittelijk voornaamwoord in mijn beperkte liefdesvocabulaire.
Tijdens al dat gekibbel schiet er vaak eén ding door mijn blokjesstapelende hoofd. 'Hier zitten we dan', lotgenoten. Het volgende moment dient zich aan, een verhaal verliest zeggingskracht, een hand zoekt een hand. Personages zijn mensen van vlees en kolkend bloed.
Mijn hoofd kent de taal van intimiteit nog niet zo goed. Ik heb er een heel lichaam voor beschikbaar, dat weet ik ondertussen gelukkig wel.
Voorlopig oefen ik maar wat met het tastbaar zijn… Ze komt dichtbij en het raakt. 'Het'! He he!
Ik wil focussen op haar woorden, maar mijn lichaam hoort intonaties, de timing, het volume, de nabijheid van haar bonzende hart. 'Dag, ik bons ook.' Ik zal het eens zeggen.”