Psychische grootsspraak
'Er moet meer aandacht komen voor de spirituele kant van psychisch lijden (zie dit artikel)'
Een taal van verbinding en begrip mag centraal staan. Mystiek, poëzie en symbolisering van emoties en gevoelens, van kabbelende en stormende ervaring, van onthutsende en vervullende levensgebeurtenissen en überhaupt het onwaarschijnlijke van in leven zijn. Ook de directheid die er mag zijn rondom kwetsbaarheid, in schijnbaar niet omhullende woorden als 'Ik ben verdrietig'. Zoals ik onlangs mocht ontvangen: 'Je hebt me een nieuwe taal geleerd, die van fysiek-emotioneel de wereld duiden. Ik haal nu heel veel levensplezier uit het voortdurend bevragen van de interoceptieve betekenis van alle prikkels die ik gedurende mijn dag mag ontvangen.'
Waar voor deze persoon ook liefde, enerzijds een allermeest spiritueel, anderzijds een zeer concrete beleving, mee verbonden is: '[Dit] heeft me langzaamaan de basis gegeven om mezelf positief te duiden en bovendien om een diepe liefde te voelen, voor mezelf én voor het leven.'
Deze woorden las ik met ontroering, we realiseerden in ons contact een cocreatie. Dat is contact.
Als begeleider meebewegen met andermans ontwikkelende levensverhalen en ervaren levensprikkels, dat voel ik ook als pendelen tussen mystiek en verheldering. Pendelen tussen een fijnzinnig vermogen een in-alles-verbonden-wereld tot concepten, voornaamwoorden en tijdspaden te onderscheiden en een eeuwenoude behoefte en kunstige kunde om wat grofweg 'ervaring' heet te symboliseren in beeldspraak, archetypen en rituelen, een spiegeling en stembuis van sensationele en relationele lichaamstaal.
Op persoonlijk vlak had ik het geluk bevriend te raken met het schrijven en vervolgens mijn belevingswereld haar rechtmatige bestaan op een papier herkende. Dat iedereen kwetsbaar is en we elkaar daarin ontmoeten, dat vervulde mij van richtingbiedende zingeving (https://lnkd.in/eXxEJ_E). Liefde heeft daar spreekruimte en een oprecht onderzoek van beleving kan hierin opleven:
"Van Spronsen vond zichzelf namelijk niet ziek, ze was enkel in de war over wat ze wilde met het leven. [...] Dát was voor mij belangrijk: hoe ga ik met deze gevoeligheid om in mijn dagelijks leven? Ik was zelf helemaal niet bezig met ‘symptomen’."
Ook een woord als 'begaafdheid' dekt geen intense, complexe lading van voortgaande levenservaring. Zoals Sonja Morbé betoogde (https://lnkd.in/dTA6F9Kd), is een 'woord' tijdelijk betekenisvol, binnen een sociale en narratieve context. Als we het hebben over intensiteit, complexiteit en gedrevenheid als kwaliteiten van begaafdheid (https://lnkd.in/dDcxBjch), zijn we ook aan het pendelen tussen een nét voldoende concretiserend begrip en een mysterie-liefhebbende duiding van alles wat 'begaafde' levenservaring individueel én eeuwenlang omvat. Gaandeweg ontploft het woord van betekenis: het gaat zóveel betekenen dat het gevoelsmatig 'alles' betekent;
omdat het er allemaal, in grote diversiteit en contextuele specificiteit, mag zijn.