Ben je een ‘dachter’?
'Wat is een overtuiging? Dat is denken dat tot stilstand is gekomen.'
Milan Kundera
Tot stilstand gekomen denken. Dat klinkt even zalig als zorgwekkend. Zalig omdat het kan gaan over een toestand van mentale rust, vrede wellicht. Zorgwekkend omdat gemis aan denken kan betekenen dat de nuance, begrip en dialoog ver weg zijn.
Misschien is tot stilstand gekomen denken hetzelfde als wat David Bohm 'gedachten' noemt. Een herhaling van patronen, het verleden dat het heden vult met al bewandelde en veelal versleten paden. Hier stuiten we ook op overtuigingen. Overtuigingen zijn niet zelden stoffig.
Helder, fris denken vaart wel bij het tot stilstand komen van gedachten. Dit tot stilstand komen, of laten we het 'verstillen' noemen, kan ondersteund worden door vormen van meditatie. Door zulke oefeningen raken we minder geïdentificeerd met gedachten, overtuigingen kleven minder. We oefenen het onderhouden van een mentale ruimte waarin denken vrijer, speelser, scherper, associatiever of juist meer overwogen vorm krijgt.
Helder, fris denken wordt ook ondersteund door eigen geloofssystemen te toetsen en uit te dagen. Dit kan bijvoorbeeld door contact te hebben met personen met andersoortige overtuigingen en denkwijzen, door je open te stellen voor hun belevings - en betekeniswereld.
Kun je tijdelijk als de ander denken, anders-denken?
Soms breekt helder en fris denken bij onszelf door nadat we onszelf, gekozen of niet, in een situatie hebben bevonden die nieuw of ontregelend is geweest. Even raakten we onze aannames kwijt, spitsten de zintuigen opnieuw en worden we ten tijde en nadien geprikkeld om zin te zien en geven aan de opgedane ervaring.
Al een geruime tijd lees ik vaak teksten of hoor ik uitspraken waarin ons denken tegenover het voelen of tegenover de innerlijke stilte wordt geplaatst. Geïnspireerd door spirituele stromingen waarin mindfulness wordt voorgedragen, wordt de nadruk gelegd op een 'nu' waarin er geen rusteloos denken aanwezig is en we niet belast worden met lijden dat gepaard gaat met denken over het verleden of de toekomst.
Ook ik heb me in tijden intensief verdiept in deze stromingen en ik heb baat bij sommige oefeningen.
Zo heb ik een neiging om veel nadruk te leggen op begrip(svorming). Begrijpen is een vorm van houvast in een leven vol complexiteit, verandering en onzekerheid.
Ik ontleen ook veel plezier aan begrijpen: het exploreren van een cognitief landschap is diep vervullend. Met de tijd zijn rationaliseren en intellectualiseren soms echter verdedigingsmechanismen geworden waarmee ik dezelfde openheid die de grondslag voor het begrijpen vormt, inperkte. Het begrijpen werd een vorm van grijpen, denken werd 'dachten' en overtuigingen stolden in mijn leefwereld. Oefenen met mindfulness, het losserkomen van de gedachtenfixatie, was en is bewustzijnsverruimend.
Een recente ervaring van psychologische desintegratie, waarin de wereld tijdelijk onbegrijpelijk voor mij was, heeft me verder doen beseffen hoe sterk onze mentale leefwereld bestaat uit constructies. Deze constructies vormen al gauw overtuigingen die een dieper soort begrip, het denken, in de weg staan.
Overtuigingen laten vaak uit zicht dat het leven nog steeds een mysterie is, ondermijnen de kracht van de herkenning van het niet-weten en vullen bewustzijn en onze relaties met projecties en oordelen.
Tijdens de desintegratie ervoer ik echter ook hoe heftig het is als je even helemaal geen structurerende gedachtewereld meer ervaart. Mijn geest deed dan ook verwoede pogingen om alsnog een voorspelbare wereld waar te nemen.
Uit de ervaring weet ik dat we soms gedachteneilanden nodig hebben om niet te verdrinken in de oceaan vol golven aan associaties die ons bewustzijn potentieel rijk is. Deze eilanden kunnen ook gevormd worden door sociale verbinding. Toen ik zelf even niet meer kon structureren en construeren werd ik opgevangen door dierbaren om mij heen. Dit vangnet, deze betekenisweb om en door mij heen, deed het denkwerk dat ik tijdelijk niet kon doen.
De ervaring zelf blijft ten diepste onbegrijpelijk, zoals het leven dat uiteindelijk ook is. Door de goede zorg kan ik terugkijken op de ervaring en het onbegrijpelijke een plek in mijn begrip bieden. Ik kan ook meer vanuit sociaal vertrouwen leven en minder op mijn gedachten leunen als vorm van controle. Mijn geloofssysteem is er wat door veranderd. Dit proces wordt ondersteund door pogingen tot kritisch denken over wat er is gebeurd. Denken heeft hierin een scheppende rol. Regelmatig stuit ik dan weer op gedachten, oude wijze van denken die ik soms bevraag en soms hanteer als eiland in een oceaan aan betekenis, of eenvoudigweg een 'verband' dat nieuwe inzichten verweeft met reeds bestaande.
Het is mooi om jezelf uit te dagen frisser te denken. Het is waardevol om je rusteloze gedachten tot stilstand te brengen. 'Daartussen' is het prettig een bepaalde mate van voorspelbaarheid, overtuigingen, constructies en gedachten, te bezigen zonder dat helemaal in vraag te stellen. Deze ervaring van voorspelbaarheid, het niet in vraag stellen van ons eigen bestaan, verinnerlijken we idealiter, is mijn overtuiging, als jong kind door te bouwen op een attente sociale omgeving. We geloven in onszelf en elkaar als basis, we zijn van en vol waarde(n).
Onze geloofssystemen kunnen veranderen, maar als we ze heel sterk onder druk zetten, dan is er mogelijk geen sprake van transformatie, maar van een negatieve desintegratie, een zogezegd totaal verlies van betekenis en samenhang. Als dat gebeurt, kunnen we ons proces van betekenisgeving ook niet meer delen (dat is beangstigend onverbonden) en voelen we ons waarschijnlijk ook zeer bedreigd (het kan voelen alsof we onszelf helemaal verliezen, als een soort doodgaan).
Wat hebben we nodig om zowel open te staan voor fris-denken als een basis ervaring van voorspelbaarheid te kennen? Wat is het midden tussen vernieuwing en behoud, tussen entropie en onze organiserende weerstand hiertegen? Kan ik in het mysterie zwemmen?
Deze vragen fascineren mij, mede omdat we samenlevend te maken hebben met veel verschillende vormen van dachten en denken. We hebben verschillende wereldbeelden en kennen andere vormen van zingeving. Daarbinnen kennen we andere waarden en andere waardencombinaties. Samenleven vraagt dus ook het samenwerken tussen deze waardencombinaties en dat is op z'n zachts gezegd vaak uitdagend. We zien in de wereld hoe intens overtuigingen kunnen schuren.
Deze tijd focus ik mij op begripsvorming van de processen waarmee we ons eigen en andermans 'dachten' en denken kunnen herkennen, verdiepen, soms ontleden, met elkaar verbinden en samen laten werken.
Denken en voelen zijn geen tegenovergestelde, ze zijn diep verbonden. Met denken creëren we voelen, voelen stimuleert de vorming van gedachten. Voelen kán ons tot denken nopen wanneer we de emoties ontladen en de gedachten wederom tot voelen, associaties en zintuiglijke waarneming ontleden: dan denken we fris.
Innerlijke stilte is vruchtbare inspiratie voor een intensieve dialoog. Overtuigingen zijn er en aandacht is nodig om ze te begrijpen en ons eigen denken mee te verrijken, aan te scherpen en uit te diepen. Openstaan voor elkaars overtuigingen kan soms onoverbrugbaar ingewikkeld voelen - dan lijkt de belevings - en betekeniswereld van de ander onbegrijpelijk. Uit ervaring weet ik dat verbinding ook dan (mogelijk) is.
Ik geloof dat we verbondenheid als principe van leven nodig hebben (als een soort existentiële verankering) om van daaruit elkaar uit te nodigen tot vrijer denken. Een wijze van vrijer denken waarin taal ook fijnzinnige tast is en taal geen gedachten dicteert of dwingend, subtiel of niet, oplegt.
'A great many people think they are thinking when they are merely
rearranging their prejudices.'
David Bohm
Identificeer jij jezelf als een denker? En wanneer ben je een 'dachter'?