Diepe liefde
Sommige gevoelens zijn als basis levenshouding welhaast ontoegankelijk voor me als ik niet de tijd neem om te ‘zitten met mezelf’ (meditatie klinkt chiquer). Zo’n gevoel is diepe liefde. Met diepe liefde bedoel ik een aanhoudende fysieke warmte, een vorm van ontspannen bewondering richting medemensen, vredige acceptatie van lijden dat ik niet op kan lossen en paraatheid om er op ongedwongen wijze voor een ander wezen te zijn. In de basis voel ik deze kwaliteiten wel als deel van mijn levenshouding. De diepe, belichaamde ervaring hiervan is echter slechts volmondig present als ik tenminste even ‘met mezelf heb gezeten’, als mijn aandacht even niet op een taak gericht is en ik de doorgaande stroom die we ervaring noemen zowel intenser voel als attenter aanschouw.
Het besef dat deze diepe liefde om bepaalde condities vraagt, is eerlijk en confronterend. Het roept meteen de vraag op hoe een mensenleven, hoe mijn leven, georganiseerd is en of er in deze organisatie wel ruimte is voor het ervaren en verstaan van diepe liefde. Lang niet altijd, kan ik met een ongerust hart stellen. En, áltijd hoeft ook niet. Kan niet. Maar het zou het leven mooi staan om haar regelmatig diepe liefde te gunnen. En dat is waarom ik zo’n waardering heb voor schrijfmeditatie. Al schrijvend herinner ik wat wijsheid wel en wat wijsheid niet in. Wetend dat ik zal falen in de volledige praktische toepassing hiervan, rest me daarna alleen nog het zitten met mezelf en de herontmoeting met het actieve, alweer rap gesjeesde leven met een greintje herinnerde, diepe liefde. Onontbeerlijke kwaliteit.