Heroplevende aandacht
Ik heb aandacht voor levensstijlveranderingen en dat is een intensief proces. Gewoontes glippen er zo tussendoor. Bij verschillende keuzes denk ik langer na. Waarom doe ik dit nu, welke behoefte vervult deze actie, wat als ik even wacht en onderzoek welke alternatieven aandienen?
Soms gaat het over veranderingen die een grotere impact hebben. Omdat de gewoontes verstrengeld zijn geraakt met mijn sociale leven, bijvoorbeeld. Als ik me verzet tegen de veranderingen, ontstaan er innerlijke conflicten. Dat is een moment om te bevragen waar ik me tegen verzet. En dan merk ik, als ik aandachtig ben, een gevoel van verlies op. Het afscheid van een vorig leven.
Eerder schreef ik al dat het belangrijk is tijd te nemen voor rouw. Doe ik dat niet, dan zijn de levensstijlveranderingen eigenlijk ook niet goed mogelijk want dan wordt mijn bewustzijn beneveld door gestold verdriet. In het bedwelmende verdriet voel ik niet fijnzinnig, denk ik niet helder en is mijn doen daarop uitgelijnd.
Echt diep uitzuchten terwijl loskomend verdriet mijn wangen warmt, dat gaat met een ongemakkelijk voelend diep existentieel besef samen. Ik word door de levenservaring van de afgelopen maanden uitgenodigd om vergankelijkheid te omarmen. Om vergankelijkheid onwaarschijnlijk teder in handen te houden zonder haar op welke wijze dan ook te manipuleren. Recent werd me weer zo duidelijk hoe radicaal fragiel het leven is.
Het huidige leerproces gaat over kwetsbaarheid erkennen en herkennen en meenemen in levenskeuzes. Nu dat ik mij meer dan eerder bewust ben van deze kwetsbaarheid (of – heden), oriënteer ik me anders door het leven. Continu ben ik me aan het afstemmen op deze nieuwe oriëntatie. Het vraagt opletten om niet in het verzet te gaan tegen de intrinsieke onzekerheid en daarbinnen oplevende emoties van de verandering. Het recept klinkt eenvoudig: het verdriet doorleven en vanuit die beweging opmerken welke keuzes nu beter passen. De uitvoering bestaat uit talloze schijnbaar minuscule momenten doorheen de dag. Momenten waarop ik verstil, het verdriet zachtzinnig door mijn lijf stroomt en wat we kwetsbaarheid noemen onaanwijsbaar dichtbij voelbaar is als verdiepte sensitiviteit en innerlijke ruimte. Ik heb niet de regie, maar ik kan wel leiderschap nemen door het proces open te volgen.
Wanneer ik vanuit deze ruimte zelfonderzoek doe, merk ik op dat “gewoontes veranderen” bemoeilijkt kan worden door “valse” conditioneringen, door niet kloppende overtuigingen. Het zijn conditioneringen die gaan over de vraag of ik waardig genoeg ben om van gehouden te worden. En zodra ik met veranderingen bezig ben, lijkt iets in mij geconditioneerd om de gevolgen voor mijn sociale leven door te rekenen en wel gebaseerd op een geloof dat ik ergens aan moet voldoen, om geliefd te zijn. Ik raak dan eigenlijk afgeleid. In plaats van afstemmen op authenticiteit, zoek ik korte termijn aanpassingen om een sociale veiligheidsbehoefte te vervullen. Ik zoek bevestiging en ben gehecht aan de vervulling.
Zodra levensstijlveranderingen worden bezwaard met dit soort preoccupaties is er een energielek. De initiële spontane beweging, waarbij ik eigenlijk wel helder aanvoel welke kant ik op wil bewegen, wordt onderdrukt, vervormd en ongebogen naar een innerlijke wirwar over beelden waar ik aan dien te voldoen om opgenomen te worden in een bredere gemeenschap. Hier ontstaan verhalen bol staand van innerlijke conflicten, hier ontstaan acties die zeer tijdelijk oplossingen van die oplopende, ‘valse’ spanning bieden. Hier ontstaat ook zelfvervreemding. Hier raakt mijn sensitiviteit benauwt door drukkende noden.
Het is prettig om een helder begrip te ontwikkelen van deze cognitieve en emotionele neigingen. Alsof ik, met een luisterend lichaam mijn geest onderzoekend, nog wat scherper krijg welke psychische structuren me eigenlijk benauwen en geen goed doen. Ik vertraag, zoem in en ontdek. Dat betekent vaak de vraag stellen wat me ergens naartoe doet bewegen, of juist van weg houdt. En vaak kom ik er dan na zelfonderzoek via meditatie of een goed gesprek achter dat het ofwel pijn of verdriet is, ofwel de angst voor verlies. Als ik dan níets doe, als ik dan niet doe wat ik gewend was te doen en noch ergens naartoe beweeg noch ergens van weg beweeg, is er ruimte voor verdriet. En verdriet is naast afscheid ook een vooraankondiging van vernieuwing. Soms valt er iets helemaal weg en komt er rust en zijn voor in de plaats, soms vind ik nieuwe vormen van zelfexpressie, soms doe ik eenvoudigweg en met heroplevende aandacht wat er gedaan moet worden.