Hoe mens ik
Er bruist een dynamische energie in mij, wie weet breekt de lente ook fysiek door. Er is veel in beweging. De plek net onder mijn ribben en enkele vingers boven mijn navel leeft voor twee.
Creativiteit golft, ik zie waar ik naartoe wens te bewegen en er verschijnen spontaan passende vormen. Er is herkenning van eerder ook levendige intuïties. Deze intensiteit verlangt ruimte, is voelbaar als stress - frustratie, gefragmenteerdheid - als ik er geen ruimte voor maak.
Intens mens.
'Jantje lacht, jantje huilt', kreeg ik vroeger vaak te horen. Maar ik ben Jantje, ik ben mijn lichaam niet. Dus ik ben met de intensiteit, herken het lokaal in mij en hoe het door het leven heen cyclisch terugkeert, nieuwe paden smeed. Het is net alsof een identificatie met de intensiteit oplost, waarna het hoogstwaarschijnlijk weer verschijnt.
Hoe mens ik (vrij naar Alan Watts)? Mens is ook een vorm.
Vorig jaar stond ik tijdens een hevige desintegratie oog-in-oog met wat ik wellicht vanuit een haperend begrippenkader 'bewustzijn' noemde*. Te midden - of wáár dan ook - van de storm aan sensaties, herbelevingen, fysieke impulsen en pogingen van mijn geest om grip te krijgen, was er een onaanwijsbaar soort stilte.
Alsóf het stilte was, maar dat was het dus ook niet. Iets dat ik nergens kan lokaliseren, niet eens íets. Het had geen grip op mij en ik had ook geen grip op 'dat' en tegelijkertijd waren we volledig éen. Uitleggen klinkt al gauw onwerkelijk esoterisch, de ervaring was daarentegen zeer concreet terwijl het nu niet in te pakken is met woorden en beelden. Als zien in het donker, zo beschreef ik het eerder.
Het was alsof dat het enige, maar dan ook alles omvattende was dat doorheen de beweeglijke waanzin doordrenkt van zin was. Is.
Als ik het nader invoel, kan het voelen alsof het mij roept. Alsof het me oproept om mij niet af te laten leiden, niet meegetrokken te worden door golfslagen emoties en gefixeerde gedachten noch het niet-meegetrokken worden an sich vast te zetten. Om van de roep geen verhaal te maken, geen gewichtige roeping, geen verheven lyriek. En ook dát is oké, ook dat is een golf in de kaderloze ruimte die er dwars doorheen alles is.
Het was alsof de ervaring toonde wie ik werkelijk ben. En de grap wil dat dat niet vast te zetten in identiteit is. Intens mens. Mens. Intens.
Terug met mijn beide voeten op de aarde, de dynamiek van de seizoenen belevend, mijn lichaam dat veranderingen ondergaat waar ik niet tegenin kan noch wil bewegen en onder de dirigentschap van de tijd en het geaderde geduld dat mij immer lijkt uit te dagen, is er het aardse verlangen om dat wat ik 'toen' zag als referentie-loze richting voor acties te kiezen. Om iets te stabiliseren wellicht. Dit doen brengt me bij een herijking van autonomie.
Door mij niet te laten (af)leiden door projecties richting een geïdealiseerde ander, is er een beweging om van binnenuit in de richting van existentiële tradities te gaan die textuur bieden aan dagelijkse oefening. Voor nu zijn dat met name meditaties. Gegidst door een innerlijke leerkracht met een dankbaarheid voor de wijsheid die door de eeuwen heen beoefend, gedeeld en doorleefd is en wordt. Wat een schoonheid.
Momenteel voel ik de contouren van mijn lichaam scherper aan, ingebed in de aanwezigheid van onze community, dragende vriendschap waarin verschillen uitdijen. Onze eigen wijze van mens zijn ontdekken brengt me bij het vol omarmen van de intensiteit van de desintegratie vorig jaar en zonder twijfel te gaan voor de waarheden die dit proces toont, voor mij. Een proces dat, ik lach er nu maar even om, vooraleer laat zien wat níet waar is. Ai! Ia! Ja!
Dynamisch.