In alle eerlijkheid

"In alle eerlijkheid. Je vraagt me eerlijk te zijn. Ja, dat kan ik wel. Even denken. Oh, nee. Voelen. Ja, het is wel moeilijk geweest. Ik heb vaak besluiten genomen waar ik niet achterstond. En wat dat dan met mij deed? Doet? Ik verlies een stukje zelfbesef. Integriteit. Aanpassen aan het systeem, nooit status verliezen. Er waren wel klachten. Er kwam wel weerstand, maar dat werd zo onder het tapijt geschoven. Op den duur denk je niet meer aan de lange termijn. Aan de ander. Aan jezelf…Ik ben best wel een sukkel geweest.’

Hij kijkt mij vol verwachting aan. Wenkbrauwen gefronst. Ik verlos hem niet. Dus hij gaat zelf weer aan de slag.

‘Had ik beter kunnen weten? Ja. Ik ben ook maar gewoon een mens. Al die nadruk op getallen. Winst vooral. Maar ik dacht niet met gevoel. Ik dacht…hoe meer ik verdien, hoe sneller ik hier weg ben. Puur zelfbelang.’

Weer kijkt hij mij aan. Ik onderdruk een ja-knik. Ik onderdruk de verlossing. Het doet pijn. Rauw.

‘Nee…dat is het niet. Dat..dat is het niet.’

Hij begint te peuteren aan zijn gladgestreken blouse. Ik knijp mijn ogen langzaam toe. Hij kijkt naar de deur, naar zijn voeten. Weer naar mij. De wanhoop nabij.

‘Wat……Derrik?’

Hij schrikt van zijn eigen naam. Roeping.

‘Ik wilde dé trots zijn. De trots. Thuis. Waar ik ook ben. Trots werd trotseren. Ik wil zo graag bevestiging. Zo graag…..bevestiging.’

Zijn schouders schudden op en neer. Hij knijpt zijn ogen dicht, knijpt met zijn rechterhand in zijn neus, trekt zijn mondhoeken getergd in eén en duwt dan zijn hele gezicht in zijn handen.

Als een slakje kruipt hij ineen, zijn handen een thuis dat hij in geen jaren heeft gekend.

Zijn handen. Waarmee hij begrijpt, dóet, beslist.

Waarmee hij voelt, tást. Zijn verfrommelde gezicht, donkerte daarbinnen.

‘Hmmmm’, zucht ik en reik mijn open handpalmen naar hem uit."

Fictieve getuige Sophie

Previous
Previous

Unstoppable

Next
Next

Ezeltje