Unstoppable

'Ik ben Sanskriet aan het leren.' ‘God’, zei ik, ‘wat een mirakel…jij bent unstoppable.' Hij vertelde goed te kunnen leren en dat het bekend aanvoelt, zo op de universiteit. Ja, dat weten we natuurlijk allemaal wel. Het straalt nog van zijn grote teen af, de diepte. De stille snelheid. Als jong kind liep hij al voor de groep uit, letterlijk want hij liep met negen maanden. Niet veel later leerde hij tellen. En weet je, dit zijn dan van die standaardkenmerken van een buitengewoon slim kind... Eigenlijk was ik het meest onder de indruk van zijn gevoeligheid. Dan was er wat met mij aan de hand en dan zei hij met nog geen drie jaar ‘Papa, ben je bang?’ Ik stond echt met mijn mond vol tanden. Klapperende tanden...

Mensbegaafd, dat is hij. Het kleine manneke glimlacht als volwassene gelukkig nog steeds zo ondeugend. Die ‘joie de vivre’ heeft hij nooit verloren. Makkelijk was het lang niet altijd. De terugkerende eenzaamheid. Zijn moeder deed veel beroep op zijn empathie. Die eindeloze loyaliteit. Hij heeft zich er nooit tegen verzet. Laatst was hij boos. Dit keer verzette zij zich niet, dappere dodo dat ze was.

Ik weet dat hij ook boos op mij mag zijn. Ik heb te veel nadruk op prestaties en wéten gelegd. Doe het nog. Mijn eigen trots als doel, soms. Het manneke dat nu groot is, trotseert mij met zijn zachte gemoed. Goh….wat heb ik veel van hem geleerd. Hij is mij de baas. In levenslessen. Ik zeg het hem ook en dan geeft hij een lange, lange knuffel. Hij weet dat ik nog steeds bang ben. Hij lijkt gelukkig in de liefde. Ik begrijp iets beter wat dat is, liefde.”

Berend, de fictieve vader van Mark

Previous
Previous

Stroomdenken

Next
Next

In alle eerlijkheid