Levende intelligentie
'Als onze conceptuele intelligentie de cognitieve 'piek van specialisatie' is die de mens van andere dieren onderscheidt, dan is het onze levende intelligentie die de rest van het bestaan bestrijkt en ons tot een gedeeld avontuur met al het leven uitnodigt.'
Jeremy Lent in Het Betekenisweb
Kunnen we een wereldbeeld leren waarin de principes van het leven centraal staan? In zijn boeiende werk roept Lent ons op om oog te hebben voor de miljarden jaren oude expressie van levende intelligentie in cellen, planten, dieren en mensdieren.
'De zelfgenoegzame obsessie van onze cultuur met onze unieke menselijke vermogens maakt ons blind voor de enorme hoeveelheid levende intelligentie die we met medeschepselen delen. Onze eigen onophoudelijke homeostase, de eindeloze stroom gevoelens die door ons lichaam giert, ons vermogen om in een oogwenk een bal te vangen die door de lucht onze kant op zeilt, de capaciteit om ons op de emoties van een dierbare af te stemmen - deze subtiele complexiteiten van ons bestaan zijn het resultaat van onze diep geëvolueerde levende intelligentie.'
Wanneer we ons opnieuw, soms aangedreven door de existentiële schrik die met een heftige levensgebeurtenis samengaat, afvragen wie we eigenlijk zijn, kunnen we daarin de uitnodiging voelen om nogmaals of voor het eerst te onderzoeken wat het betekent om te leven.
Om deze vraag te doorvoelen, te begrijpen en herijken, kunnen we verder en dieper kijken dan de vorm die ons het meest vertrouwd is: mens. We kunnen veel over leven leren door andere levensvormen te bewonderen. We ontdekken duizelingwekkend veel manieren waarop het leven voelt, ziet, ruikt, hoort, communiceert en leert. We durven te herkennen, met een droevig besef van de intense onwetendheid dat zoveel lijden veroorzaakt, dat andere levensvormen ook bewust zijn. Met deze kennis kunnen we onze zenuwuiteinden wakkerder schudden voor een volgende golf bewustwording. We kunnen onze blik naar binnen wenden en de levende intelligentie die daar stroomt aan onze aandacht openbaren. We leren dan opnieuw beminnen en op waarde(n) schatten wat we geconditioneerd zijn om te negeren, soms onderdrukken of bagatelliseren. Dan opent zich een spectrum van (groeiend) weten dat vol is van conceptuele verreikendheid en precisie én letterlijk bol staat van creatieve, adaptieve, relationele en holistische omvattendheid en veelzijdigheid.
Ik denk, als ik terugkijk op mijn schooltijd, dat ik met de jaren steeds weer en meer een afname van aandacht voor mijn levende intelligentie ervoer. Dat was dan merkbaar als verdriet, ontheemding, desinteresse en soms boosheid. Langzaam lees, leef en leer ik een weg terug naar het eenvoudige en alomvattende verlangen om te leven en leren van het leven. Dat is een desintegratie van dominante, cultureel geconditioneerde denkbeelden. In dat proces neem ik een nieuw soort onderzoeksgretigheid in mezelf waar, een verlangen om de vermogens van conceptuele intelligentie weer volop te verbinden met wat Lent levende intelligentie noemt. Met ijdele en geslaagde pogingen om toch taal te scheppen voor een weten dat niet primair in woorden denkt, doet en voelt. Een integratie waarin verbondenheid de basis van het herboren wereldbeeld wordt.