Voortlevende genegenheid
Gedurende sommige gevoelige perioden in mijn leven reflecteer ik intenser op wie ik allemaal ontmoet heb, wat onze ontmoeting voor elkaar betekend heeft, of de persoon die ik was in het contact strookt met mijn diepste waarden en, evengoed, welke groei er toen (nog niet) gaande was. Ontwikkelingsgezind en vanuit het zachte licht dat bewustzijn van zoogdierlijke sensitiviteit brengt ben ik de herinnerde kwetsbaarheid extra genegen. Ik herinner en zie de "halo" *van de ander, van de connectie, met een frisse blik.
Soms raak je elkaar diep en ben je toch maar even in elkaars leven. Actief althans. Maar de nabijheid is er, gevoelsmatig, en vindt haar plek in het bewustzijn wanneer omstandigheden daar om vragen. Soms voel ik de wens om ieder van hen een brief te schrijven, in de poging hen een rechtmatige plek in de emotionele ontwikkellijnen van het deels wel en deels niet gedeelde leven te bieden. In tegenstelling tot voorheen ontspan ik deze neiging tegenwoordig vaker, vertrouw ik op het écht zien van elkaar, ook dankzij de wijsheid die groeit met jaren en, misschien nog wel dieper, de glans die herinneringen opnieuw krijgen door de zelfgepreoccupeerde gehechtheid eraan juist losser te laten.
Ieder medemens spiegelt je iets anders, aan ieder medemens bied je iets anders. Connecties zijn bloemrijk uniek, de emoties die ze doorstroom bieden en de wederkerige erkenning die bloeitijd in hen viert. Van ieder mens houd ik op een eigenzinnige wijze, van allen vanuit zijnsliefde.
Vandaag neem ik afscheid van een goede vriend. Deze tijd is dus een periode waarin ik de benoemde en beschreven gevoeligheid nadrukkelijk leef. Ik denk aan de mooie vriendschap met de overleden vriend en aan de vele vrienden, van kennissen tot romantische relaties, die mij nabij stonden en staan omdat de tijd het toestaat opnieuw en 'binnenin' open te staan voor elkaar daar waar er voorheen subtiele of meer grove geslotenheid heerste. In nabijheid van de dood ervaar ik dat het oké is hélemaal, in zekere zin ook griploos te leven. In nabijheid van de dood gaat ook open wat eerder, in de waan van de dag, gesloten bleef.
Wanneer is er voor jou ruimte en aandacht voor intense gevoelsherinneringen?
———-
Onderstaande herinnering schreef ik aan de recent overleden goede vriend:
Lieve lieve Dick,
wat verdrietig dat je niet meer pratend, lachend, voelend en ...adviserend bij ons bent. Wat hebben we mooie gesprekken gevoerd. Jij sprak over de Liefde die je in geloof vond, ik beaamde het geloof in de Liefde. Daár vonden we elkaar, ook al leken onze wereldbeelden soms mijlenver uiteen te staan. Ik voelde mij veilig bij je en grapte er op los. Je was zo gul om mij te laten koken, zo kon ik een zakcentje verdienen maar de puberale kookkunsten lieten te wensen over. Ach, wat maakt dat ook uit, we deelden intieme gevoelens, filosofische vraagstukken en vooral ook de kwetsbaarheid van het leven. Kwetsbaarheid, die jij al zo vroeg intens hebt leren kennen op jouw manier, onder andere omwille van een spierziekte waartoe je als mens Dick geenszins te reduceren was, maar ontegenzeggelijk veel invloed op je keuzes en kansen had. Kwetsbaarheid was en is ook mijn thema, al ervoer ik nooit precies te kunnen begrijpen wat jouw leven inhield en andersom was je ook immer aimabel bescheiden met invullingen. Bewuste kwetsbaarheid vormde onze krachten, zoveel was zeker. We durfden over thema's te praten die soms het daglicht niet verdroegen en we wisten er altijd een lichte draai aan te geven. We hebben elkaar zo'n zeventien jaar gekend en in deze tijden was ik lang niet altijd even aanwezig of eerlijk, dat zeurt een beetje bij mij, zeker nu ik je nooit meer recht in de ogen aan kan kijken, maar deze emotie mag onze vriendschap, zoals deze nu voortleeft in mij, niet kenmerken. Dát is niet eerlijk, we ontmoetten elkaar in acceptatie. In het trillerige verdriet dat ik voel als ik de foto op de afscheidskaart zie, merk ik een kleinmenselijke wens om magie, de hoop dat je toch nog, eén keer, je Facebook checkt. Rouwen in verbondenheid voelt, bij het besef van onontkoombaar verlies, alsnog troostend en waardig.
Je was een mooi en integer mens, Dickus. Ik zal je herinneren als een goede vriend die mijn hart heeft gezien en…níet heeft gestolen.
Voortdurend veel liefde,
Lot
*een nummer van Beyoncé met, voor mij, een bijzondere gevoelsherinnering.