Wat is het risico?

“Wat ik me afvraag…is… wat is het risico? Wat is het waard om voor te leven?’ Het waren nogal pertinente vragen en ik schrok ervan. Hij had gelijk, dat vóelde ik.

Ik neem te weinig risico. Overal zit een suikerlaagje omheen. Als jonge meid werkte het heel goed. Al te stellig glimlachen. Met kiespijn of met…razernij, het maakte niet uit, altijd weer die rigide glimlach en dat hoge piepstemmetje.

“Oh, wat netjes!” “Oh, wat lief!” Irritant gegniffel als dezelfde glimlach wat ondeugend leek.

Ik doe het nog. Ik mag minder zoet zijn. Dat spiegelde hij. Ga het nu eens aan, wees eérlijk. Maar waar te beginnen? Alsof ik een beerput opentrek. Zo vaak heb ik mijn mening, misschien zelfs mijn geloof in zus of zo, onderdrukt. Mijn gevoel, ideeën, beleving! De essentie van wie ik ervaar te zijn. Bij die enkele mensen bij wie ik me veilig voel, kan ik ineens tieren. Dan luisteren we naar de radio en werkelijk alles klinkt onnozel. Jemig, denk ik dan, wat verstop ik allemaal in die rommelende buik? Ik schrik van mijn eigen stem. Bestaan.

Toen ik die vraag kreeg - Wat is het risico? - voelde ik me betrapt. Ik vond hem een bemoeial. Maar echt... Hij wees mij op de ruimte die ik inneem. Durf ik eens een standpunt in te nemen? Durf ik grenzen te léven? Het is wel heel zelfgericht om eigenlijk al die tijd maar bezig te zijn met de vraag ‘of ik er mag zijn’. Jahaa, dat weet ik nu wel, ik bén er toch.

In mijn kunsten wil ik vlijmscherp durven zijn. Op de afgrond afstevenen en er dan boven blijven hangen. Zodat de ontvanger die diepte ziet. Voelt, met het hele lijf. En daar dan boven hangend, de kracht van het durven zweven. Geén kant kiezend, alle kanten op durven gaan. Ik weet dat ik dat risico verlang te leven. Het echte risico is om dat verlangen niet te willen vervullen, maar erin te zíjn. Zelf het risico te zijn. Hier, nu. Ga het aan.

Ik vlieg als kunstenaar heen en weer tussen het performen en het veilige schrijfnestje.

Een risico durven nemen, dat wordt mijn nieuwe mantra. Mijn erotische krachten ontwaken. Klinkt wel cool hè? Zoals elke ontmoeting knetterend intiem kan zijn. Als je het toestaat hè. De agressie die ik altijd heb opgeleukt met een mierzoete glimlach vindt zijn wel weg naar buiten. Als ik maar hard genoeg brul komt mijn hart tot rust. Dan blijkt het allemaal kinderspel. Ik zal zingen. Heel veel zingen.

Durf ik los te laten wat toch al niet van mij was?”

Linzey, in een fictief gesprek over haar emotionele ontwikkeling als kunstenaar

Previous
Previous

Ezeltje

Next
Next

In service of your sensitivity