Wonderlijk ontroerd
Als ik onze dochter naar bed breng en haar haren streel terwijl ik haar zacht aanschouw, met behulp van de stilte een lofzang op haar gevoelige wezen fluisterend, word ik steevast door een wonderlijk gebeuren ontroerd.
Op enig moment draait ze zich vastbesloten naar mij om, strekt haar armen voor zich en naar mij uit of tilt haar hoofd precies zo dat ze me direct aankijkt. Onze ademhaling synchroniseert en ze begint mijn haren ook uiterst aandachtig te strelen. Of ze trekt mijn gezicht stevig naar zich toe en geeft een geduldige zoen op mijn voorhoofd waarna ze guitig lacht. Soms volgt er nog een wikkende vraag, iets dat haar overdag geraakt heeft en nu nog om resolutie vraagt. Ik wil ópen antwoord geven, zoekend naar de perspectieven waarmee haar hart kan blijven denken.
‘Ik houd van jou’, volgt op een ritmisch volkomen kloppend moment, de tussenruimte waarin we zojuist even samen vertoefden beklinkend.
Het wonderlijke is de zachtheid en weerspiegeling waarmee de liefde doorstroomt. Als ik de tijd neem voor dit ritueel, we gezamenlijk rust en aandacht oefenen, is wat ik ontvang ik aan
tederheid immens innemend.
Ik hoop dat we met deze rituelen haar gevoeligheid leven inblazen. Zodat ze eventueel opgelopen ademschuld, omdat we overdag allemaal ervaring opdoen die ons schrap zet, kwijt kan schelden in sussende liefde. Dat we tussen alle bedrijvigheid door, ook al zijn we pijnlijk bewust van de kwetsbaarheid van levens en de existentiële onzekerheden van onze tijd, we regelmatig diep ontspannen in elkaars aanwezigheid. Zodat we de herinnering aan emotionele intimiteit levendig houden. Er zijn daarbij onontkoombare dagen waarop het wrikt en schuurt en waarop ik uit vermoeidheid stuit op mijn ongeduld en haar grens opzoekende impulsen. En ook dan oefenen we intimiteit, hoe het is om sámen een beleefgebied te bewonen.
Geregeld spreek ik volwassenen voor wie emotionele gevoeligheid een herinnerbaar, maar schijnbaar afgevlakt kenmerk hun wezen is. Met de intensiteit dat ze kunnen liefhebben, hebben ze ook geleerd hun expressie – en uiteindelijk ook ontvankelijkheid - te remmen. Met de intensiteit waarmee ze zich zorgen kunnen maken over existentiële thema’s, zijn ze ook geconditioneerd om deze levensvragen in te slikken. Angst voor afwijzing van intensiteit speelt vaak een rol. Dat zijn niet altijd grote of grove gebeurtenissen in hun leven geweest, vaak betrof het schijnbaar kleine, maar herhaaldelijke, emotionele mismatches met de verzorgende omgeving. Langzaam verinnerlijkt een dimmende ironie, soms ontheemd cynisme of afwachtende pose zich, gestoeld op de ondermijnende vraag of het wel oké is om zoveel te voelen.
We mogen van kruin tot kleine teen weten dat het oké is, dat het zelfs de start van de ontdekking van onze emotionele creativiteit is.
Dat vele voelen is een levendige bron aan potentieel levensverrijkende emotionele rituelen. We mogen het wat mij betreft een dagelijkse, aandachtige plek geven; dat is mijn missie. Zodat gevoeligheid geborgenheid vindt in dagelijkse porties intimiteit. Als ik elke dag oefen hoe het werkelijk voor me is om van onze dochter te houden, de verwondering, de onzekerheid en de ontroering herkennend, om mij bínnenin dieper aan deze bestudeerde indrukken over te geven met alle angsten die erbij komen kijken, draag ik bij aan de bedding voor haar emotionele expansie. Naarmate ze groeit, zal het complexe en intense open staan voor ervaring zich nog meer tonen in doortastende levensvragen en het uitdagen van mijn tijdelijke zekerheden. Bijna elke dag is de dood een gespreksonderwerp, elke keer weer een uitnodiging om het leven vol te laten spreken, plekken in mezelf roerend waar ik soms nog geen weet van had, of waar ik emotioneel verweesd van was. En op vele dagen dat ik bij haar kan zijn, delen we dat fascinerende moment vlak voor de slaap, vlak voor de overgave aan het onderbewustzijn. Een overgangsmoment, het ritueel waarmee we bij uitstek honoreren dat het helemaal oké is om rijkelijk te voelen.