Zinzoekerij
We zijn continu onze wereld aan het voorspellen. Dat is de constructie die we maken, ingegeven door kennis die we al opgedaan hebben. We doen het uiterst rap en efficiënt en het scheelt een enorm pak bewustzijn om niet elk moment alle prikkels tot één geheel te hoeven ordenen.
Soms lopen we vast en lukt dat voorspellen niet meer zo goed.
Zo kunnen we een levensgebeurtenis ervaren waarin we tijdelijk alle controle verliezen. Hoe we de wereld vóór die tijd onbewust in elkaar knutselden, en zelfs de bewuste verhalen die we elkaar hierover vertelden, is uit één gevallen.
Bij een dierbaar verlies komt veel van ons leven in het gedimde licht van het gepaard gaande verdriet te staan. Het verdriet stemt ons vaak wat analytischer, we denken dieper na over wat van waarde is. Bij een grote schrok of aanhoudende onveilige situaties zijn we misschien verstard geraakt. Ons wereldbeeld staat nu bol van onvoorspelbaarheid en juist het voorspellen van de onvoorspelbaarheid beneemt ons speelruimte. Of letterlijk: ademruimte.
Soms zoeken we zelf die ervaring van ontregeling op. We treden buiten de berucht en beroemde comfortzone en ervaren tijdelijk hoe het voelt als we niet meer (volledig) op automatismen en invullingen kunnen varen. We staan het toe dat de wereld en de impact daarvan op ons (licht) desintegratief is. Dit noemen we leren, of spelen. Het kan ook zijn dat we een piekervaring doorgaan. Een mystieke ervaring waarin we een mate van eenheid hebben gezien die ons nadien blijft fascineren en prikkelen om elke overtuiging die 'dualiseert' op te heffen.
Als we de tijd, ruimte en aandacht hebben om onze levenservaring te integreren, of het nu om speels opgedane ervaring of verwarrende levensgebeurtenissen gaat, dan gaat dit proces vaak ook samen met een cognitieve heroriëntatie. Dat is de 'leerkracht' van metacognitieve processen, die ons kunnen vergezellen in het opnieuw coherent betekenisgeven aan zintuiglijk piekende momentopnames. Dan zijn we aan het bouwen aan zingeving. We ontdekken patronen in patronen in onze verzameling, op het eerste oog ambigue levenservaring.
We zien bijvoorbeeld dat ons leven bij herhaling onvoorspelbaar is geweest, we herkennen dit wellicht tijdens ultraleerzame meditatieve momenten, en vormen met de tijd een nieuw levensbeeld. We zeggen dat het leven intrinsiek onvoorspelbaar is, dat er geen vaststaand 'zelf' te vinden is en dat we één stroom ervaring zijn waarin zich voortgaand gelaagde bewustzijnsprocessen ontvouwen.
Iemand anders ontdekt (schijnbaar) ándere patronen in patronen. Deze persoon herkent de vele conditioneringen die ons denken, doen en voelen met de tijd kenmerken. De persoon zegt dat we onderhevig zijn aan culturele verhalen en de sociale en historische context waarin we opgroeien. Misschien zijn mythes de taal waarin diens zingeving gedoopt wordt, misschien zwaaien psychologische theorieën de scepter in de heruitgevonden betekenisgeving. Weer een ander stelt dat we als mens zijn wat we dóen en welke impact we maken. Na zelf door allerlei levensprocessen te zijn bewogen, de wereld op vele plekken gezien te hebben, zich in vele tradities verdiept te hebben, sterk geoefend te hebben in het onderscheiden van goed van kwaad....mondt diens zingeving uit in een nadruk op morele ambitie. Of, sterker georiënteerd, in de keuze om het leven te geven voor het waar mogelijk verminderen van lijden. En dan is er nog een ander die de wereld wetenschappelijk verantwoord ordent in schalen van realiteit waarin met de name de kleinst waarneembare delen de basis vormen voor zeer voorzichtige uitspraken over het zogenaamd grotere geheel - een wereldbeeld vol verwondering voor 'hoe het allemaal werkt'.
Soms delen we de overkoepelende betekenisgevingsmodellen, vaak ook niet. Wanneer we iemand tegenkomen met wie we een significant deel van ons opbouwende model delen, kan ons hart harder gaan kloppen en een gevoel van eenheid gloeien. Alsof we nog iets beter passen ín de wereld.
En wanneer we iemand tegenkomen wiens constructies beduidend afwijken van de onze, dan is de uitdaging of we bereid zijn onze projecties tijdelijk los te laten. Durven we even in een leeg vat zingeving te tuimelen?
Met deze laatste vraag op zak is mijn dominante modellering van de wereld vaak gegaan over wie we als emotionele wezens zijn. Met onze emotionele beleving als het eerste ankerpunt waarvan we kunnen afleiden - herkennen - wat voor ons van belang is, hoe open we staan voor de ander en in de dat contact ontvouwende levensprocessen in onszelf, en welke vorm van zingeving nog geen ruimte krijgt in ons bestaan.
De nadruk op emotionele ontwikkeling als centraal voor ons wezen en welzijn is vele jaren bestendig gebleken. Toch desintegreerde ook deze constructie omdat ze niet toereikend bleek en dat vroeg opnieuw om een zingevingstocht waarin ik werd uitgedaagd om niet alleen projecties los te laten, maar ook te (h)erkennen wie en wat ik ben, wat mijn waarden zijn en waar ik naartoe beweeg in een wereld die groter, complexer en kwetsbaarder bleek dan ik voorheen had geïntegreerd.
Deze tocht werd gekatalyseerd door ouderschap (een diepe ervaring van verbinding en verantwoordelijkheid, een ervaring van uitstrekkende tijd, meer impactvolle wereldlijke verandering en afhankelijkheid tot zorg van anderen), raakte ingebed in intensieve trainingen over existentiële ontwikkeling, werd door bewustwording van existentiële dreigingen in de wereld gestuwd, kende een proces van verlies van vriendschap en opbouw van diepe connecties en kende zelfs één van de meest pittige, weliswaar kortstondige desintegraties die ik tot nu toe heb meegemaakt. Gelukkig waren en zijn er ook meer rustgevende varianten van heroriëntatie te herkennen.
Al jarenlang vergezellen boeken mij vaak op mijn pad van telkens heroriënterende, verdiepende zingeving. Zoals ik als kind kon genieten van het bouwen met gekleurde blokken, zo is het welhaast zinderend voor me om omringd te zijn met een grote diversiteit aan opgepende belevingswerelden en wereldbeelden. Ik ken periodes waarin ik boek na boek verslind, ondertussen intensief denkend, verbeeldend en voelend hoe de verschillende ideeën en perspectieven uit de boeken met elkaar verbonden kunnen worden tot een zingevend geheel dat anderen wellicht ook inspireert en ruimte tot sociale verbinding, kritisch doen en denken en creativiteit schept. De afgelopen maanden hebben de auteurs me weer flink geholpen om me een weg te banen door de zingevingstocht. Ik genoot en geniet van een grote mix aan werken over complexiteitsstudies, wijsheidstradities, politieke betogen, wetenschapsfilosofie en onder andere verdieping in de leefwereld van andere dieren.
Ondertussen ontstaat er een nieuw 'Gestalt' uit deze leestocht. De levenservaring van de afgelopen jaren vindt ontspanning in de langzaam weer coherent aanvoelende betekenisgeving. Ironisch genoeg een cognitief-emotioneel bouwwerk dat mede gefundeerd is op een (ook intensief ontregelende) ervaring van niemand-zijn, een uiterste van wat ik emotioneel ooit doorgegaan ben. Het is een proces waarin ik een fris soort vrijheid heb ontdekt, één die juist ingebed is in de onvoorwaardelijke liefde die ik in innige zorg van vrienden en familie heb mogen ervaren. Het betreft een vorm van vrijheid waarin ik niet los kom te staan van de wereld, maar er juist dieper in verweven blijk. Dat gegeven maakt van vrijheid meteen ook een vorm van verantwoordelijkheid. Het lezen van de afgelopen tijd helpt me om deze diepere verweving ook met woorden en denkbeelden weer te geven en te delen. Fantastisch om te weten dat het zo werkt en om de levensenergie te voelen borrelen om de gevonden perspectieven ook te verbinden met anderen. Ik doe niets liever én het wijst mij de weg, biedt mij een stimulerende context, om verantwoordelijkheid actiever te integreren in mijn keuzes en hetgeen ik toevoeg aan deze wereld.
Welke zingeving krijgt momenteel vorm bij jou?