Lotte van Lith Lotte van Lith

Levende intelligentie

We kunnen veel over leven leren door andere levensvormen te bewonderen.

'Als onze conceptuele intelligentie de cognitieve 'piek van specialisatie' is die de mens van andere dieren onderscheidt, dan is het onze levende intelligentie die de rest van het bestaan bestrijkt en ons tot een gedeeld avontuur met al het leven uitnodigt.'

Jeremy Lent in Het Betekenisweb

Kunnen we een wereldbeeld leren waarin de principes van het leven centraal staan? In zijn boeiende werk roept Lent ons op om oog te hebben voor de miljarden jaren oude expressie van levende intelligentie in cellen, planten, dieren en mensdieren.

'De zelfgenoegzame obsessie van onze cultuur met onze unieke menselijke vermogens maakt ons blind voor de enorme hoeveelheid levende intelligentie die we met medeschepselen delen. Onze eigen onophoudelijke homeostase, de eindeloze stroom gevoelens die door ons lichaam giert, ons vermogen om in een oogwenk een bal te vangen die door de lucht onze kant op zeilt, de capaciteit om ons op de emoties van een dierbare af te stemmen - deze subtiele complexiteiten van ons bestaan zijn het resultaat van onze diep geëvolueerde levende intelligentie.'

Wanneer we ons opnieuw, soms aangedreven door de existentiële schrik die met een heftige levensgebeurtenis samengaat, afvragen wie we eigenlijk zijn, kunnen we daarin de uitnodiging voelen om nogmaals of voor het eerst te onderzoeken wat het betekent om te leven.

Om deze vraag te doorvoelen, te begrijpen en herijken, kunnen we verder en dieper kijken dan de vorm die ons het meest vertrouwd is: mens. We kunnen veel over leven leren door andere levensvormen te bewonderen. We ontdekken duizelingwekkend veel manieren waarop het leven voelt, ziet, ruikt, hoort, communiceert en leert. We durven te herkennen, met een droevig besef van de intense onwetendheid dat zoveel lijden veroorzaakt, dat andere levensvormen ook bewust zijn. Met deze kennis kunnen we onze zenuwuiteinden wakkerder schudden voor een volgende golf bewustwording. We kunnen onze blik naar binnen wenden en de levende intelligentie die daar stroomt aan onze aandacht openbaren. We leren dan opnieuw beminnen en op waarde(n) schatten wat we geconditioneerd zijn om te negeren, soms onderdrukken of bagatelliseren. Dan opent zich een spectrum van (groeiend) weten dat vol is van conceptuele verreikendheid en precisie én letterlijk bol staat van creatieve, adaptieve, relationele en holistische omvattendheid en veelzijdigheid.

Ik denk, als ik terugkijk op mijn schooltijd, dat ik met de jaren steeds weer en meer een afname van aandacht voor mijn levende intelligentie ervoer. Dat was dan merkbaar als verdriet, ontheemding, desinteresse en soms boosheid. Langzaam lees, leef en leer ik een weg terug naar het eenvoudige en alomvattende verlangen om te leven en leren van het leven. Dat is een desintegratie van dominante, cultureel geconditioneerde denkbeelden. In dat proces neem ik een nieuw soort onderzoeksgretigheid in mezelf waar, een verlangen om de vermogens van conceptuele intelligentie weer volop te verbinden met wat Lent levende intelligentie noemt. Met ijdele en geslaagde pogingen om toch taal te scheppen voor een weten dat niet primair in woorden denkt, doet en voelt. Een integratie waarin verbondenheid de basis van het herboren wereldbeeld wordt.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Verweving

Hoe we de psychische systematiek ook analyseren, vanuit het leven bekeken is er toch de kans op een nieuwe verbinding.

Soms lijkt het lijden dat in ons hart voortleeft beangstigend peilloos. De vermoedelijke grenzeloosheid is een weerspiegeling van het verlangen naar emotioneel eerlijke verbinding - iets in ons weet dat we wél overweldigd moeten worden door de openheid van een geïnteresseerde ander om te doorvoelen hoe het is om onszelf te zijn.

Juist wanneer we elkaar ontmoeten op een plek waar we zelf gevoelsmatig ophouden te bestaan, ontmoeten we onszelf vanuit een nieuw licht en toenemende ruimte. De existentie van de ander neemt tijdelijk de vorm van de onze aan en vice versa. Déze verbinding is dan een vorm van begrenzing die tegelijkertijd als ontvankelijkheid voelt: daar waar de ontmoeting met de ander, het samenkomen op de contactgrens, op de plek waar ik ophoud en jij begint, zowel een begin als eind is van ons bewustzijn van het emotionele ongemak.

Soms onderhouden we in onszelf het aangeleerde geloof dat het ergens vrijer is als we de contactgrens, die potentiële overweldiging, niet opzoeken. Als we vasthouden aan het idee dat we niet begrepen worden en het verdriet niet ontvangen zal worden op een wijze die erend is aan onze onvermijdelijke kwetsbaarheid, lijken we ergens ook een vorm van regie te behouden. Regie kan tijdelijk veel aantrekkelijker voelen dan dat poreuze verlangen naar verbinding. We kunnen dan de regels van onze binnenwereld dicteren, zo lijkt het, en bepalen wie daar binnentreedt of bovenal buiten blijft. Dat het op den duur eenzaam voelt is dan mogelijk een bevestiging van iets dat we toch al wisten. De herkenning van de eenzaamheid kan zelfs meer vertrouwd gaan voelen dan het bewustzijn van het eigenlijke, diepe verdriet. Het verhaal van eenzaamheid is wel pijnlijk, maar tenminste een verhaal dat binnen de geloofsovertuigingen van onze binnenwereld waar en authentiek blijft ook als het aan niemand verteld kan worden.

Onze binnenwereld kan een kluwen aan gedachten kennen die allen gaan over het weren van emotionele openheid. Veel van deze gedachten zijn zeer invoelbare overtuigingen die gegroeid en gestold zijn in wisselwerking met kleine en grote momenten van afwijzing, afwezigheid en afweer van dierbaren. Het moeilijke is dat we soms niet meer het contact met de oorsprong van die conditioneringen bemerken, onze binnenwereld is een sterke adaptatie daarop geworden en líjkt overtuigend ons 'zelf' te zijn. Een 'zelf' dat door het 'ik' dicht blijft, niet dichterbij komt. Misschien raakten we eens wanhopig of ervoeren we existentieel te desoriënterende uitzichtloosheid waarop een volgende psychische verdediging schuilde in het rotsvast gaan geloven in de eigen, aangeleerde afweer. De afweer kan een bij nader theoretiseren indrukwekkend systeem zijn waarin het vermogen om naar buiten toe te treden en verbinding te maken verwikkeld lijkt te zijn geraakt in het naar binnen bewegen en het consequent toepassen van afwerende regels. Iets minder abstract: als het diepere verdriet maar niet geraakt wordt en 'overstroomt'.

Hoe we de psychische systematiek ook analyseren, vanuit het leven bekeken is er toch de kans op een nieuwe verbinding. Een zachte, soms provocatieve, dan weer ongericht uitnodigende 'hallo, ik zie jou en laat mezelf zien', idealiter in de context van een bredere, steunende en prikkelende community waarin geborgenheid voor het kwetsbare en viering en expressie van het dynamische menszijn de basis vormen voor de rituelen, vertelde verhalen en organisatiestructuren. Zodat de rigide, naar binnen toe streng begrenzende psychische systematiek desintegreert. Zodat de kluwen aan zelfreferentiële gedachten 'loops' uit één valt in de ontmoeting, tijdens het ervaren, ontvangen en uiting geven aan een ander soortig (samen) menszijn, een wijze waarin de rauwheid van het bestaan niet bedwongen maar gedragen en onderzocht wordt. Zodat we de voortgaande dialoog tussen het 'ik' en het 'zelf' niet meer inzetten om ons van elkaars (en dus ook de eigen) raakbaarheid af te wenden, maar om precies die plekken in andermans dialoog te herkennen en aan te raken waarin er opening, verdieping, verwondering en zelfs gezamenlijke verweving van groots verlies mogelijk is.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Wonderlijk ontroerd

We mogen van kruin tot kleine teen weten dat het oké is om veel te voelen.

Als ik onze dochter naar bed breng en haar haren streel terwijl ik haar zacht aanschouw, met behulp van de stilte een lofzang op haar gevoelige wezen fluisterend, word ik steevast door een wonderlijk gebeuren ontroerd.

Op enig moment draait ze zich vastbesloten naar mij om, strekt haar armen voor zich en naar mij uit of tilt haar hoofd precies zo dat ze me direct aankijkt. Onze ademhaling synchroniseert en ze begint mijn haren ook uiterst aandachtig te strelen. Of ze trekt mijn gezicht stevig naar zich toe en geeft een geduldige zoen op mijn voorhoofd waarna ze guitig lacht. Soms volgt er nog een wikkende vraag, iets dat haar overdag geraakt heeft en nu nog om resolutie vraagt. Ik wil ópen antwoord geven, zoekend naar de perspectieven waarmee haar hart kan blijven denken.

‘Ik houd van jou’, volgt op een ritmisch volkomen kloppend moment, de tussenruimte waarin we zojuist even samen vertoefden beklinkend.

Het wonderlijke is de zachtheid en weerspiegeling waarmee de liefde doorstroomt. Als ik de tijd neem voor dit ritueel, we gezamenlijk rust en aandacht oefenen, is wat ik ontvang ik aan
tederheid immens innemend.

Ik hoop dat we met deze rituelen haar gevoeligheid leven inblazen. Zodat ze eventueel opgelopen ademschuld, omdat we overdag allemaal ervaring opdoen die ons schrap zet, kwijt kan schelden in sussende liefde. Dat we tussen alle bedrijvigheid door, ook al zijn we pijnlijk bewust van de kwetsbaarheid van levens en de existentiële onzekerheden van onze tijd, we regelmatig diep ontspannen in elkaars aanwezigheid. Zodat we de herinnering aan emotionele intimiteit levendig houden. Er zijn daarbij onontkoombare dagen waarop het wrikt en schuurt en waarop ik uit vermoeidheid stuit op mijn ongeduld en haar grens opzoekende impulsen. En ook dan oefenen we intimiteit, hoe het is om sámen een beleefgebied te bewonen.

Geregeld spreek ik volwassenen voor wie emotionele gevoeligheid een herinnerbaar, maar schijnbaar afgevlakt kenmerk hun wezen is. Met de intensiteit dat ze kunnen liefhebben, hebben ze ook geleerd hun expressie – en uiteindelijk ook ontvankelijkheid - te remmen. Met de intensiteit waarmee ze zich zorgen kunnen maken over existentiële thema’s, zijn ze ook geconditioneerd om deze levensvragen in te slikken. Angst voor afwijzing van intensiteit speelt vaak een rol. Dat zijn niet altijd grote of grove gebeurtenissen in hun leven geweest, vaak betrof het schijnbaar kleine, maar herhaaldelijke, emotionele mismatches met de verzorgende omgeving. Langzaam verinnerlijkt een dimmende ironie, soms ontheemd cynisme of afwachtende pose zich, gestoeld op de ondermijnende vraag of het wel oké is om zoveel te voelen.

We mogen van kruin tot kleine teen weten dat het oké is, dat het zelfs de start van de ontdekking van onze emotionele creativiteit is.

Dat vele voelen is een levendige bron aan potentieel levensverrijkende emotionele rituelen. We mogen het wat mij betreft een dagelijkse, aandachtige plek geven; dat is mijn missie. Zodat gevoeligheid geborgenheid vindt in dagelijkse porties intimiteit. Als ik elke dag oefen hoe het werkelijk voor me is om van onze dochter te houden, de verwondering, de onzekerheid en de ontroering herkennend, om mij bínnenin dieper aan deze bestudeerde indrukken over te geven met alle angsten die erbij komen kijken, draag ik bij aan de bedding voor haar emotionele expansie. Naarmate ze groeit, zal het complexe en intense open staan voor ervaring zich nog meer tonen in doortastende levensvragen en het uitdagen van mijn tijdelijke zekerheden. Bijna elke dag is de dood een gespreksonderwerp, elke keer weer een uitnodiging om het leven vol te laten spreken, plekken in mezelf roerend waar ik soms nog geen weet van had, of waar ik emotioneel verweesd van was. En op vele dagen dat ik bij haar kan zijn, delen we dat fascinerende moment vlak voor de slaap, vlak voor de overgave aan het onderbewustzijn. Een overgangsmoment, het ritueel waarmee we bij uitstek honoreren dat het helemaal oké is om rijkelijk te voelen.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Doorleefde levensstroom

Elke dag onze aandacht bundelen om in te zoemen op wat er aan gevoel in ons leeft, is vrijheid oefenen.

Sommige onafgemaakte emotionele processen blijven aan ons kleven. We doen ons ding, leven samen, werken, hobbyen en zien onze vrienden, maar in de onderstroom is er een emotionele lading ontheemd. Aan de oppervlakte dat we ons dagelijks leven noemen, is dit subtiel merkbaar als een energielek. Er sluimert bijvoorbeeld een gespannen somberte. We weten ons meer dan verwacht geraakt door een film, we hikken tegen de vraag of een vervroegd pensioen de verlangde ontspanning biedt of we blijven terugdenken aan die ene geliefde, ooit.

In de diepte van ons beleven gaat het om dichtgeslibde existentiële levensvaten. In de praktijk is er een niet doorleefd verdriet, soms zelfs wanhoop om diep menselijk leed. Angst voor overweldiging of voor een pijnlijke eenzaamheid die ons eerder getroffen heeft, houdt ons weg van het verdriet. Maar het leven verliest glans als de impact van existentiële veranderingen niet doorleefd wordt. We hebben in ons leven op veel verschillende manieren te maken met verlies. Hoe de dood zich letterlijk of metaforisch in ons leven toont, is een levensvraag waar we allemaal bewust of niet mee van doen hebben.

In de praktijk gaat het erom samen ruimte maken voor het herkennen en erkennen van de ervaring van mens zijn, in jouw unieke context. Dat is het open staan voor de specifieke emotionele toonaarden die we omwille van conditionering beleven en die ons in harmonie, of niet, doen voelen met hoe het leven zich ontvouwt.

Samen het proces afmaken dat ooit ingezet is maar op verzet stuitte, dat is de kern van wat erin warme en wijze menselijke ontmoeting kan gebeuren. Daar zijn talloze manieren voor. We hebben een goed gesprek, doen aan lyrische stembevrijding, leunen op de mentorende impact van een afgestemde vriend, spelen ons vrij op een buurtpodium of schreeuwen het leed van de geconstrueerde daken in een therapeutische groepssetting. Samen herlezen en soms herschrijven we het levensverhaal dat we als kind hebben geautomatiseerd. En soms doen we dat zachtjes huilend in ons eentje, de regie nemend in een emotioneel proces dat ons anders zou overkomen, ontgaan of benauwen.

Hoe we het ook doen, we kunnen er een gewoonte van maken ons af te vragen en te onderzoeken hoe het leven door ons heen beweegt. Heb ik de diepte van mijn voelen onthaald? Wat is de gevoelskwaliteit van wat er nu gebeurt? Hoe heeft wat er is gebeurd invloed op hoe ik de zin en richting in mijn leven aanvoel, beredeneer, communiceer en in acties leef?

Elke dag onze aandacht bundelen om in te zoemen op wat er aan gevoel in ons leeft, is vrijheid oefenen.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Druppeltjes gevoel

Alsof ik het bewustzijn weer in mijn lichaam nestelen wilde via diezelfde ontladende druppeltjes gevoel.

"After tragedies, one has to invent a new world, knit it or embroider, make it up. It's not gonna be given to you because you deserve it; it doesn't work that way. You have to imagine something that doesn't exist and dig a cave into the future and demand space. It's a territorial hope affair. At the time, that digging is utopian, but in the future, it will become your reality."

Björk

Ik liep van hot naar her, draaikonterig een weg door steeds minder dringende taken te banen. Vervolgens was ik mijn e-mail bij herhaling aan het verversen tot alle recente berichten volledig betekenis verloren. Mijn rechtervoet tikte aritmisch op-en-neer, ik zuchtte overtollige spanning. De zon stond hoog en toonde op opdringerige wijze de gedrapeerde spinnenwebben op het raam. Ik keek naar buiten, vermeed de huishoudelijke oproep, kneep met mijn ogen, verbeeldde meer weidsheid dan het groene perkje recht voor me en voelde mijn benen al rondjes draaien op het irritant begeleidende geluid van een aanlopende wiel. Buiten lonkte en weerde af. Het was daar vrij, het was daar vol. Ik had behoefte om te bewegen, iets met de onrust te doen. Ik had ineens een woestijn aan ruimte nodig. Ik stond weer op, maakte wat zinloos schoon en concludeerde dat ik er geen systeem in aanbracht. Pfff…wat is dit toch?

Maar, ik had geleerd. Dit was zo’n moment. Ik maakte er van alles van, een mens kan zich suf en somber zoeken naar verklaringen. Het is weer rond het middaguur. Heb ik honger? Nee. Ben ik tevreden met hoe ik tot nu toe gewerkt heb? Ja en nee, maar zo gewichtig lijkt dat nu niet. Het moet de felle zon zijn, het voelt te weinig geborgen terwijl ik ook naar de lichtheid ervan snakte. Wat ziet ik hier toch te dolen? Koffie, toch maar die drie mandarijnen, wat uitgelijnd gedoodle, het gaf richting noch verlichting. Ik bedacht dat ik even wat boodschappen kon gaan halen, pakte mijn fietssleutels, sloot de deur en stapte op mijn fiets af. Eenmaal daar vond ik het zonlicht overweldigend. Dat was opzwellende angst. Wat als ik straks weer, ergens in het niets ontziende openbaar, dezelfde intensiteit ervaar?

Instinctief liep ik terug het huis in, vlogen mijn schoenen naar een atypische plek in de woonkamer en zocht ik regelrecht mijn bed op. De kamer was heilzaam donker, alsof het al het licht in zich opgenomen had en ik daar zonder overprikkeling in kon zonnebaden tot mijn koud geworden extremiteiten weer voelbaar één waren met de rest van mijn unheimisch voelende lichaam. Mijn lichaam lag daar ineens opgekruld, mijn ademhaling ging nog net zo snel als zojuist. Focus Lot, focussss. Sinds de laatste keer dat mijn gemoed zo werd opgejaagd door emoties wist ik wat te doen. Full-force aandacht naar verwerking. Ik zoemde in op de beelden die door mijn bewustzijn tuimelden. Binnen korte tijd werd helder dat een nieuwe golf herinneringen een plek in mijn voelen, geweten en zingeving verlangden. In de beelden herinnerde ik me de toenemende snelle ontregeling van drie maanden geleden met indringende details. Alsof ik met terugwerkende kracht mijn bewustzijn uit mezelf voelde sijpelen – en daar getuige van kon zijn. Poeh, wat een zelfverlies.

Destijds waren mijn cognitieve vermogens dermate ontregeld dat ik bovenal níet stil kon staan bij wat er gebeurde, hoe het voelde en wat het betekende. Dat was de kern van de verwarring.

Nu waren de herinneringen heel dichtbij, belichaamde ik een minieme dosering van die toestand. Het was echter déél van mij. Ik kon bewust de vraag stellen wat dit met mij heeft gedaan, welke gevolgen dit heeft gehad en hoe het is om dit allemaal mee te maken, mee te hebben gemaakt. Ik kon nu het cognitief emotionele werk doen dat ik toen grotendeels niet kon en daarmee kon ik die angstaanjagende gaten in mijn herinnering, zelfgevoel en verbinding met dierbaren opvullen. Terwijl ik dit werk met gefocuste aandacht – wat een geluk als dat er kan zijn – toepaste, voelde ik hoe diep in mijn gelederen ik geschrokken ben. Geschrokken dat iedereen en alles ineens zo ver weg was, dat ik hen niet meer bereiken kon, dat ik met expanderende intensiteit verloor wat mij zo dierbaar is; het vermogen te communiceren, bij mijn geliefden te zijn, betekenis te délen, mij vrij en verbonden te weten, ergens te zijn, niet te tollen van een onbeschrijfelijke explosie aan impacthebbende prikkels.

Van tikkende tenen, een rusteloos buikgevoel, een drukkende ademhaling, die ongerichte bezigheid…streek ik opgekruld als een baby in de buik neer op een helend bed. Ik trok mijn deken nog eens over mij heen, richtte mijn aandacht bewust op de herinneringen. ‘Kom maar’ zei mijn in het matras zinkende ademhaling. Ik bevroeg wat het voor mij heeft betekend dit allemaal door te gaan en huilde zachtjes en trekkend, alsof ik het bewustzijn weer in mijn lichaam nestelen wilde via diezelfde ontladende druppeltjes gevoel.

Mijn telefoon ging. Ik nam niet op en die keuze opende een vragenwaaier over wat ik nog steeds hoog probeerde te houden tot ik besloot dat ook ik gewoon ruimte ben. Even later luisterde ik het toegezonden audiobericht af. Of ik, in alle openheid uitgenodigd, interesse had om contact te hebben met iemand die zich professioneel bezighoudt met de wijsheid van gekte. Ben ik daar al klaar voor?

was de vraag waarmee mijn zojuist doorleefde bewustwording verstilde.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Heroplevende aandacht

Verdriet is naast afscheid ook een vooraankondiging van vernieuwing.

Ik heb aandacht voor levensstijlveranderingen en dat is een intensief proces. Gewoontes glippen er zo tussendoor. Bij verschillende keuzes denk ik langer na. Waarom doe ik dit nu, welke behoefte vervult deze actie, wat als ik even wacht en onderzoek welke alternatieven aandienen?

Soms gaat het over veranderingen die een grotere impact hebben. Omdat de gewoontes verstrengeld zijn geraakt met mijn sociale leven, bijvoorbeeld. Als ik me verzet tegen de veranderingen, ontstaan er innerlijke conflicten. Dat is een moment om te bevragen waar ik me tegen verzet. En dan merk ik, als ik aandachtig ben, een gevoel van verlies op. Het afscheid van een vorig leven.

Eerder schreef ik al dat het belangrijk is tijd te nemen voor rouw. Doe ik dat niet, dan zijn de levensstijlveranderingen eigenlijk ook niet goed mogelijk want dan wordt mijn bewustzijn beneveld door gestold verdriet. In het bedwelmende verdriet voel ik niet fijnzinnig, denk ik niet helder en is mijn doen daarop uitgelijnd.

Echt diep uitzuchten terwijl loskomend verdriet mijn wangen warmt, dat gaat met een ongemakkelijk voelend diep existentieel besef samen. Ik word door de levenservaring van de afgelopen maanden uitgenodigd om vergankelijkheid te omarmen. Om vergankelijkheid onwaarschijnlijk teder in handen te houden zonder haar op welke wijze dan ook te manipuleren. Recent werd me weer zo duidelijk hoe radicaal fragiel het leven is.

Het huidige leerproces gaat over kwetsbaarheid erkennen en herkennen en meenemen in levenskeuzes. Nu dat ik mij meer dan eerder bewust ben van deze kwetsbaarheid (of – heden), oriënteer ik me anders door het leven. Continu ben ik me aan het afstemmen op deze nieuwe oriëntatie. Het vraagt opletten om niet in het verzet te gaan tegen de intrinsieke onzekerheid en daarbinnen oplevende emoties van de verandering. Het recept klinkt eenvoudig: het verdriet doorleven en vanuit die beweging opmerken welke keuzes nu beter passen. De uitvoering bestaat uit talloze schijnbaar minuscule momenten doorheen de dag. Momenten waarop ik verstil, het verdriet zachtzinnig door mijn lijf stroomt en wat we kwetsbaarheid noemen onaanwijsbaar dichtbij voelbaar is als verdiepte sensitiviteit en innerlijke ruimte. Ik heb niet de regie, maar ik kan wel leiderschap nemen door het proces open te volgen.

Wanneer ik vanuit deze ruimte zelfonderzoek doe, merk ik op dat “gewoontes veranderen” bemoeilijkt kan worden door “valse” conditioneringen, door niet kloppende overtuigingen. Het zijn conditioneringen die gaan over de vraag of ik waardig genoeg ben om van gehouden te worden. En zodra ik met veranderingen bezig ben, lijkt iets in mij geconditioneerd om de gevolgen voor mijn sociale leven door te rekenen en wel gebaseerd op een geloof dat ik ergens aan moet voldoen, om geliefd te zijn. Ik raak dan eigenlijk afgeleid. In plaats van afstemmen op authenticiteit, zoek ik korte termijn aanpassingen om een sociale veiligheidsbehoefte te vervullen. Ik zoek bevestiging en ben gehecht aan de vervulling.

Zodra levensstijlveranderingen worden bezwaard met dit soort preoccupaties is er een energielek. De initiële spontane beweging, waarbij ik eigenlijk wel helder aanvoel welke kant ik op wil bewegen, wordt onderdrukt, vervormd en ongebogen naar een innerlijke wirwar over beelden waar ik aan dien te voldoen om opgenomen te worden in een bredere gemeenschap. Hier ontstaan verhalen bol staand van innerlijke conflicten, hier ontstaan acties die zeer tijdelijk oplossingen van die oplopende, ‘valse’ spanning bieden. Hier ontstaat ook zelfvervreemding. Hier raakt mijn sensitiviteit benauwt door drukkende noden.

Het is prettig om een helder begrip te ontwikkelen van deze cognitieve en emotionele neigingen. Alsof ik, met een luisterend lichaam mijn geest onderzoekend, nog wat scherper krijg welke psychische structuren me eigenlijk benauwen en geen goed doen. Ik vertraag, zoem in en ontdek. Dat betekent vaak de vraag stellen wat me ergens naartoe doet bewegen, of juist van weg houdt. En vaak kom ik er dan na zelfonderzoek via meditatie of een goed gesprek achter dat het ofwel pijn of verdriet is, ofwel de angst voor verlies. Als ik dan níets doe, als ik dan niet doe wat ik gewend was te doen en noch ergens naartoe beweeg noch ergens van weg beweeg, is er ruimte voor verdriet. En verdriet is naast afscheid ook een vooraankondiging van vernieuwing. Soms valt er iets helemaal weg en komt er rust en zijn voor in de plaats, soms vind ik nieuwe vormen van zelfexpressie, soms doe ik eenvoudigweg en met heroplevende aandacht wat er gedaan moet worden.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Vallen en afgestemd opstaan

Opstaan en me dan niet meer groter of kleiner maken dan ik ben.

Niet zo lang geleden ben ik wat verloren. Ik weet dat ik iets verloren ben, maar ik ben nog zoekende naar de woorden om hier duiding aan te geven. Het heeft te maken met zelfbeelden. Plots maakte ik zo'n diepe mentale desintegratie mee, alle talige grond viel weg onder mijn voeten. De grond - zelfreflectie, agentschap en aanwezigheid - is ondertussen weer voelbaar en deelbaar. Maar die heftige ervaring heeft een enorme impact gehad op wie ik denk en voel te zijn. Alle verbeelding van wie ik was hield geen stand tijdens en op basis van mijn desintegratie. Mijn denken, doen en voelen waren zo aangedaan, dat ik er bij het terugkijken op dat proces zeker van ben dat "iemand-zijn" ook een futiel begrip is.

Ik heb veel geluk gehad. Ik had aanwezige, steunende, dragende en verbindende vrienden en familie. De heftigheid van mijn desintegratie is niet tot een trauma geworden omdat ik werd gesteund en ik dwars door de verwarring heen toch verbinding ervoer. Het is elke dag met dankbaarheid wennen aan het feit dat de hulp ronduit nodig was.

Nu veer ik weer op na de desoriëntatie. Eerst was er een nagalmende schrik, toen een lang uitrusten en daarbinnen het herschrijven van het verhaal van wat het betekent om mij te zijn, mét de gevoeligheden die tot de desintegratie leidde. Zo is de weg van hernieuwde veerkracht.

Uit een Correspondent artikel over veerkracht:

"Veerkracht is geen superheldenverhaal. We zijn volgens de psychologie en biologie in staat het aan te boren, te vinden, maar het is niet één knop.

‘Het is hard werken’ – was getekend: zo ongeveer iedereen die ik ooit interviewde over verlies.

Want verlies, ellende, verdriet, omdonderen: dat alles is misschien wel een voorwaarde voor veerkracht. We boren het pas aan als de noodzaak er is. De zoektocht naar wat jouw persoonlijke goede duwtjes kunnen zijn, is er een die vaak vanaf de bodem van de spreekwoordelijke put wordt gestart."

Deze week start ik weer met het actief zijn in mijn bedrijf en mijn werk als begeleider, trainer en schrijver. Ik ben wat onzeker geweest over wat ik nu kan en te doen heb en het is goed dat ik ruime hersteltijd heb genomen. De 'goede duwtjes' die in het artikel worden genoemd zijn essentieel. Voor mij is dit o.a. blijven schrijven, meditatie, met mildheid mijn grenzen erkennen en nog meer op lichamelijke signalen leven. In zekere zin is dit laatste makkelijker geworden vanwege het verlies. Ironisch genoeg sta ik dichter bij mezelf nadat ik heb ervaren hoe het is om een ik-referentie kwijt te zijn.

Ik voel een nieuwe variatie van veerkracht. Een vorm van veerkracht die in zekere zin aan alle verhalen voorafgaat, veerkracht die ik heb gevonden te midden van intense desoriëntatie. Dat is deels het vertrouwen in de mensen die dichtbij mij staan en de stevige zorg die ik heb mogen ontvangen. Het is ook de veerkracht van opstaan na de grote val. Ik doe het en het is pittig om achterom te kijken. Het is opstaan en me dan niet meer groter of kleiner maken dan ik ben. Het is opstaan.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Hikkende tranen

Bewustwording komt in golven.

Bewustwording komt veelal in golven en soms worden we erdoor opgeslokt. Full-blown beseffen dat we diep kwetsbaar zijn, roept paniek op.

Even geleden had ik een ervaring waarbij ik een enorme intensiteit van onzekerheid door me heen voelde stromen. Ik ervoer een expansie van de schaal van mijn ervaring, zag en voelde mezelf als het ware - zoals het ís - rondzweven in een uitdijend heelal. Maar dán, had ik de intense indruk, is onzekerheid dus werkelijk absoluut. In deze waarheid vertoeven riep een enorme behoefte om te aarden in mij op en ik voelde me in het matras getrokken. Tussendoor stroomde de bewustwording langs mijn hartstreek. Ik ervoer een helder besef dat ik hoogstwaarschijnlijk nooit het verouderde gezicht van onze dochter zal waarnemen. Haar verbeelde rimpels zagen er prachtig uit, ik stelde me voor dat ik haar vervagende gezicht aanraakte. Het greep mij enorm aan, ik hikte tranen.

Niemand weet het zeker, maar ik vermoed dat deze bewustwording er ook aan bijgedragen heeft dat ik een week later in een heftige desintegratie terechtkwam.

Vanaf jongs af aan lijkt er iets in mij te leven dat continu tot besef van kwetsbaarheid toegetrokken wordt. Daarbij is de gevoeligheid hiervoor en hoe ik hiermee om heb leren gaan beïnvloed door fijne, draagkrachtige en heel onprettige, benauwende conditioneringen. Met de piekende stroom aan bewustwording kwamen ook deze golven aan conditioneringen mee. Emotioneel verzet bracht toen omvattende verwarring. Gelukkig is er nu herstel en integratie.

Het is een terugkerende oefening om met gevoeligheid te leven. Doemdenken en piekeren liggen op de loer zoals enthousiasme en overgave ermee verbonden (kunnen) zijn. Existentiële alertheid is energetisch intensief. Dit leven doet ertoe, zou het zeggen als het een stem zou zijn geweest. En, voegt de stem jagerig toe, dit leven is eindig, nú. Onzekerheid is dichtbij. De culturele conditionering is om dit met denken op te lossen en alles in te zetten op geloof in voorspelbaarheid. Dat voorspellen vraagt echter veel energie.

Zelfzorg is leren om de gevoeligheid aan te nemen als belichaamde basis. Om er waarachtig (ai) en zachtzinnig (ah) mee te leren werken, kiezen en relateren. Dat ik hier continu mee bezig ben, aan het uitvogelen ben hoe hier wijs mee te leven, raakt de kern. Ik kan proberen er een theorie van te maken en een uitzicht te schetsen, maar de gevoeligheid belet dit in zekere zin. Er is géén uit-zicht zoals er ook eigenlijk geen in-zicht is. De gevoeligheid is overal aanwezig, uiterst intiem en onvoorstelbaar ver weg. Ik ben immer en altijd met deze gevoeligheid in de weer.

De gevoeligheid is een immense openheid, een alomvattende verbinding, die het meest innerlijke dat ik me voorstellen kan vervlecht met alles wat uiterst ver weg, zelfs onwaarschijnlijk lijkt. Ik probeer tóch het verbeelde, verouderde gezicht van onze dochter aan te raken...

Gaandeweg leer ik met een zekere zachtheid om te gaan met de gewichtigheid van de gevoeligheid. En klaarblijkelijk maken desintegraties hoe dan ook deel uit van dit leerproces.

Hoe toont gevoeligheid zich in jouw leven? Hoe ga je hiermee om? Wat doet jou goed?

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

De gang van een gong

Voorspellen is intensief.

Ik neem plaats op mijn meditatiekussen en wurm mezelf met ochtendstijfheid met mijn knieën onder mijn heup. Het is wel fijn om min of meer precies te weten welke houding op deze plek klopt. De mede-meditatoren zitten klaar of komen binnen en voor de aankomende twintig minuten is het plan helder. Toch?

"Reducing uncertainty requires energy. It’s a costly metabolic outlay for a brain, and if intense or persistent enough—as in times of political chaos, economic or personal hardship, pandemic or climate change—the metabolic burden can feel distressing or utterly exhausting. The suffering signifies that you’re doing something really hard: foreseeing the future in an ever changing, uncertain world."

Uit: The ‘Fight or Flight’ Idea Misses the Beauty of What the Brain Really Does

Er gaat gedurende de twintig minuten van alles door me heen, maar bovenal maak ik me druk over de wijze waarop ik de gong aansla. Te hard (zoals ik in het begin deed), te zacht, te snel, te langzaam,....

Ik probeer gedurende de zit bij herhaling te voorspellen hoe het precies zal gaan aan het einde van de meditatie. Zal de wekker hard piepen? Schrik ik ervan (spoiler: já)? Wat zullen de anderen DAN van me denken?

Het is een heel gedoe en uiteindelijk besluit ik mijn ogen toch te sluiten voor de zo benoemde buitenwereld. Dit maakt het net iets makkelijker om me minder met uiterlijkheden bezig te houden en me te concentreren op een minder complex object van aandacht: mijn ademhaling.

Hmmm, zucht mijn lichaam. Het grijpen naar zekerheden zakt allemaal wat (het is makkelijker om bij mijn buikademhaling te verblijven) en na, gok ik, een minuut of vijftien zakt mijn aandacht wat verder weg onder de aanwezigheidslijn (er valt weinig meer te voorspellen). Natuurlijk schrik ik dan van de wekker en probeer ik mijn spontane, ontladende lach in te houden. Ik wacht even met het aanslaan van de gong en, zul je zien, nu is het wel héél langzaam en zacht.

Ik kon van tevoren niet precies weten hoe deze sessie zou gaan. Er blijft iets van overgave, humor en beoefening over. Wie heeft er ooit precies de gang van een gong weten te voorspellen?

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Motivaties: in elkaar gehaakte handen

Motivaties zijn divers en immer dynamisch in balans.

De bundel Intens mens is met ons mee verhuisd naar de nieuwe leefomgeving. Her en der tref ik een zwevend exemplaar in de nog volle dozen. Soms sla ik haar open en lees even:

"Geluk is het tedere besef dat we een kind nooit met z'n tweeën opvoeden, maar met een gemeenschap aan mensen. In elkaar gehaakte handen die een kundig gebouwd nestje vormen, een sociaal zorgvuldig geweven netwerk waar het kind van knooppunt tot knooppunt op leunen mag. Stalen liefde die als een maliënkolder het kloppend hart beschermt, zo verovert het kind de buitenwereld onder bescherming, op een zeker moment wijs genoeg om andermans mentor te zijn."

Een tijd geleden las ik het boek Transcend van Scott Barry Kaufman. In het boek zoemt Kaufman in op zogeheten veiligheids - en groeibehoeftes gebaseerd op de motivatietheorieën van Maslow.

Veiligheidsbehoeftes zijn onder andere de nood aan fysiologische

integriteit (fysieke veiligheid, voedsel, slaap en rust,..), hechtingsbehoeftes (sociale continuïteit en voorspelbaarheid) en verbindingsbehoeftes (zowel met iemand met wie je op dezelfde golflengte zit als deel uitmaken van een groter sociaal en cultureel geheel).

Veiligheid raakt ook aan zelfvertrouwen en in het boek wordt in dit licht gesproken over jezelf competent weten én weten dat je hoe dan ook volledig van waarde bent. Zelfvertrouwen bouwt voort op (de steun die gehaald wordt uit de tijdelijke) vervulling van hechtings - & verbindingsbehoeftes.

Groeibehoeftes gaan o.a. over exploratie (zowel in een fysieke omgeving als in cognitieve 'landschappen') en het (opnieuw) betekenis geven aan ervaring (denk aan de kwaliteit "openness to experience"). Maar, denk ook aan liefde als motivatie: liefde die niet zozeer gericht is op familie of bekenden, maar uitwaait naar en verbonden is met relatief onbekende anderen inclusief andere soorten. Vervolgens kunnen we denken aan betekenisgeving en levensrichting. Hoe zet jij jouw competenties in om zinnig bij te dragen aan het grotere geheel?

En dan is er transcendentie. Momenten en processen waarbij de zoektocht naar het zelf oplost in een activiteit waarin de vele behoeftes en gerelateerde waarden samenvallen. Denk ook aan flow: opgaan in het pianospel, de muziek wórden.

Omdat ik momenteel na een intensieve crisis aan het herstellen ben, kijk ik met frisse ogen naar deze indeling. Ik kies voor enkele levensstijlveranderingen om de zelfkennis die ik de afgelopen maanden heb opgedaan ook te verwezenlijken. De crisis liet aspecten van mezelf zien die ik nu niet langer kan ontkennen of marginaliseren. Zachte en heldere aandacht voor deze aspecten, deze gevoeligheden, staan centraal. Met dankbaarheid doe ik dit aan de start van een nieuwe periode. We leven sinds een paar weken naast onze goede vrienden. Een belangrijk deel van de behoefte aan verbinding is daarmee gevoed en we kennen het geluk onze dochter te zien opgroeien in een levendige gemeenschap.

Ik houd na de recente desintegratie meer rekening met kwetsbaarheden van mezelf. Wat betreft de veiligheidsbehoeftes heb ik scherper op het oog dat ik een lichaam ben dat grenzen kent en noden heeft waar ik voor zorg. Zo kies ik meer regelmatig voor activiteiten die met ontspanning, rust en verwerking komen. Als ik merk eerder dan dierbaren moe te zijn van sociale interactie, dan accepteer ik dit en handel ik ernaar. Tegelijkertijd doen deze keuzes iets met de wijze waarop ik in verbinding kan staan en onderzoek ik daarom mogelijkheden om wèl deel van een gemeenschap te zijn én integer te zijn en blijven naar wie ik daarin ben en wat ik daarin nodig heb. Onze eerste gezamenlijke meditatiesessie in de nieuwe praktijkruimte vanochtend is een voorbeeld. Ik ervoer verbinding en een weldadige start van de dag. Zo is het niet alleen de crisis die tot nadenken doopt, het is ook de nieuwe leefsituatie die verbindingskansen borgt.

De verandering betekent ook dat ik sommige piekervaringen, momenten van transcendentie, anders invul en vormgeef dan ik gewend was te doen. Het voelt soms als teruggaan naar mijn ‘roots’ . Ik denk aan het (minder lang, maar wel) helemaal opgaan in dansen en daarbij leren mij niet te laten leiden door verbeelde oordelen van anderen opdat het dansen een piekervaring kan zijn. Ik vind het spannend dat ik ernaar neig om veel ruimte in te nemen tijdens zo’n dans. Kan ik aanwezig blijven bij het ongemak?

De impact van de veranderingen in levensstijl is dat ik minder geleid word door een hongerigheid naar meer van wat ik wil en minder van wat ik niet wil. Dit is immer makkelijker gezegd dan gedaan. Het niet zoeken naar vervulling wordt dankzij de crisis 'georganiseerd' omdat ik mezelf nu gemakkelijker sommige activiteiten ‘ontzeg’ – ik heb grenzen.

Het is net alsof de erkenning van grenzen een nieuwe oriëntatie met zich mee heeft gebracht. Ik zag mezelf staan en kon ineens vol compassie mijn eigen gevoeligheid herkennen. Dit laatste werd de afgelopen tijd enorm gestimuleerd door de steun van dierbaren.

Na de erkenning van grenzen en de acceptatie van nieuwe levenskeuzes volgt wat rouw. Anders-leven is ook terugblikken op hoe ik het eerder vormgaf en wat daarin van waarde is geweest. Hier is een exploratiebehoefte: opnieuw betekenis geven aan wat er is geweest, waar ik nu ben en waar ik naartoe beweeg.

Belangrijk is om de gelaagdheid van de motivaties te blijven erkennen, denk ik nu. Levenstijlsveranderingen zijn moeilijk vol te houden als sommige motivaties ontzien worden. Als ik alleen voor prikkelvermindering zou kiezen, dan zou ik rusteloos worden vanwege de exploratiebehoeftes. Hoe kan ik groeien mét goede zelfzorg?

Ik ben benieuwd of het herkenbare levensvragen voor je zijn.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Eenheid en desintegratie met Dabrowski’s werk

In deze blogreeks staat Lotte van Lith regelmatig stil bij thema’s die verbonden zijn met haar keynote bijdrage aan het Internationale Dąbrowski Congres 2024.

In deze blogreeks staat Lotte van Lith regelmatig stil bij thema’s die verbonden zijn met haar keynote bijdrage aan het Internationale Dąbrowski Congres 2024. In de keynote deelt Lotte een fictieve dialoog met Dąbrowski. De dialoog is verweven met haar emotionele en existentiële ontwikkeling. Hierin wordt ook kritiek op de theorie verweven, onder andere vanuit feministische hoek.

Dąbrowski leeft!

Dąbrowski leeft! Niet alleen omdat we dit jaar weer bijeenkomen tijdens het Internationale Dąbrowski congres. Ook poppen er op andere plekken verbindingen met de positieve desintegratie theorie op. Zie bijvoorbeeld deze video van Vertical Development waarin deskundige Kate Arms luisteraars meeneemt in Dąbrowski’s werk. Of, minstens even boeiend, een herinterpretatie van Dąbrowski’s werk door wetenschapper en monnik Stijn Smeets. De lezing heet provocerend en uitnodigend Dąbrowski: gefileerd en gereanimeerd en bevat een kritische blik op Dąbrowski’s werk vanuit een scherpe differentiatie tussen het wetenschappelijke, het ervarings –  en het praktijkperspectief. Smeets wil met deze dialoog voorbij polarisatie gaan in het begaafdheidsveld en, zo begrijp ik, de fundamentele blokken onder het veld bevragen en….verleggen?

TIJD VOOR EEN DIALOOG…

Tijd voor bezinning, allereerst.

Ik ken een móói en woelig proces met Dąbrowski. Veertien jaar geleden werd ik op slag verliefd toen iemand op een datingsite mij wees op de theorie van positieve desintegratie. De remming op mijn intuïtie brak los. Dit was een visie op emotionele en morele ontwikkeling die klikte met mijn ervaring. Dat mijn wereld – en zelfbeeld vaak uit één vielen, was mij wel duidelijk (poeh) en nu was er een theorie die dit proces spiegelde en op eigen wijze ook voorspelde. Structureerde althans.

Ik zag mijn beleving, reacties en zoektocht ook in de beschrijving van overprikkelbaarheden terugkomen. En ik herkende de innerlijke conflicten tussen, zogenaamd, binnen – en buitenwereld. Al van jongs af aan ervoer ik een soort innerlijk ‘stotteren’ , een existentiële en emotionele eenzaamheid en een diep verlangen om te stromen.

Innerlijke conflicten worden door Dąbrowski in een ontwikkelingsperspectief geplaatst. Hiermee werd een diepe leefhonger (term van Angelique van der Mast) in mij beantwoord. En, misschien nog belangrijker, geconceptualiseerd. Een leefhonger, een verbindingswens, die ik standaard in reactie op dominante mensbeelden, behandelmethodes in de reguliere geestelijke gezondheidszorg en, nou, het hele socialiserende levensproces als beklemmend ervoer.

De liefde op eerste lezing zorgde voor een diepe verstrengeling. Ik las alles wat los en vast zat over de theorie en de buitengewoon slimme persoon ‘achter’ deze theorie. Ik verorberde het bronmateriaal dat in het Engels beschikbaar was. Ook sprak ik elke twee weken met de persoon af die mij op de theorie wees. Standaard in hetzelfde café, op dezelfde plek. Elke dag sloot ik evenzo standaard af met lange leessessies in bed, zij aan zij met Dąbrowski en al wat na hem, in verbinding met zijn levenswerk, online te vinden was.

De tijd had een zekere magie. Fantasie en werkelijkheid vielen samen, eíndelijk was daar verbinding en verdieping in één onderwijl mijn leven samenging met de belofte op meer structuur in de chaos die hetzelfde leven vaak voor mij was.

Hier groeide een twee – en daarna eenmanszaak uit, talloze trainingen, bekendheid binnen het veld van begaafdheid, bijdragen aan publicaties over intensiteit en begaafdheid en mijn eerste bijdrage als spreker aan het Internationale Dąbrowski congres, in 2014. Het waren uiterst creatieve en productieve jaren.

TWIJFEL

Gaandeweg begon er echter een prominente twijfel in mij te sluipen. De relatie met Dąbrowski(’s werk) koelde wat af.

Wat zie ik níet in deze theorie? Wat wil ik er graag in zien? Wie doe ik tekort hiermee? Welke Westerse perspectieven in deze kijkwijze schieten tekort? Is het überhaupt nog een theorie die iets bij te dragen heeft, meer dan 50 jaar na haar geboorte? En…welke kwetsbaarheid van mezelf verdonkeremaan ik wellicht door mij blind te staren op dit ‘model’?

Ik voelde aan dat ik meer mocht leren, maar het was een intuïtie die ik nergens in kon wortelen. Dolen, dat deed ik.

Ook zette ik mij af tegen het idee jezelf überhaupt theoretisch te benaderen. Daarbij zag ik ook dat ik soms moeite had om theorie en praktijk helder te koppelen. Wat ik al zo vaak kende in mijn leven: wat voor mij simpel was, leek voor de ander complex en andersom.

Daarbij werd ik hongerig naar meer ervaringsgerichte oefeningen en ervoer ik een desintegratiekenmerkende ambivalentie. Ondertussen werden de namen Lotte van Lith en Dąbrowski in één adem genoemd door velen. Dit stimuleerde de druk om te groeien op dit gebied en kritischer te durven zijn. Alsof de derde factor geboren wilde worden.

Mijn ambivalentie voelde onwennig, maar ik kon niet anders dan toestaan dat ik het losliet. Openstaan voor een nieuw pad…Dit proces werd helemaal geïntensiveerd toen ik moeder werd tijdens de coronapandemie. De praktische omstandigheden wezen mij direct op dezelfde twijfels en grenzen die ik eerder al meende aan te voelen. In de praktijk stotterde ik nog steeds!

Levensenergie verloor ik in de transportatie van mijn ondernemingen naar de online wereld (omwille van de lockdowns). En als moeder zag ik hoe frequent ik afwezig leek te zijn, hoewel ik heel goed wist en voelde, dat onze dochter iets anders nodig had. Zelfontwikkeling stond altijd al centraal, dus ik besloot ook nu tot actie over te gaan.

Ik dook in trainingen over authentieke aanwezigheid, verdiepingen in vriendschap (een behoefte aan community en tribe) en bezocht regelmatig het klooster House of the Beloved. Het klooster is een plek waar ik een aantal aspecten die mij zo aantrokken in Dąbrowski’s theorie, waaronder de existentiële dimensie, belichaamd en tegelijkertijd bevraagd en impliciet bekritiseerd ervoer.

Hoewel ik het hele proces tekortdoe door er zo veralgemeniserend over te schrijven (meer hierover in later werk), laat het wel een ironisch gegeven zien. Een deel van de psychologische groeidynamiek die Dąbrowski beschrijft, deed zich voor in mijn relatie tot zijn werk en mijn verwerking hiervan.

GROEIDYNAMIEK

De beschreven ontwikkeling ging samen met een momentane maar niet minder intense eenheid met de theorie. In den beginne was er een vrijwarende integratie, tijdens de  eerste ontmoeting met Dąbrowski’s werk. Dit bewoog naar een proces van desintegratie. Dat was allereerst een diep intieme ervaring, ik voelde de eerste impuls om méér mezelf te zijn, meer authentiek te leven, maar dat kwam ook met veel vragen, onderzoek en ontwikkelspanning.

Dit proces bood me de mogelijkheid om te werken met zijn theorie en bracht me bekendheid door dat werk. Een verprofessionalisering en dus een socialisering. Ondertussen was er ook sprake van meergelaagdheid in mijn zijn en doen als ankerpunt van groei. Ik stond, zoals ik ben, open voor de ontwikkelingen, onderzocht veel perspectieven en disciplines en was als vanzelfsprekend tot een zekere mate positief onaangepast.

Er ontstond een krachtenveld, als het ware, om opnieuw primair te integreren wat betreft mijn communicatie over en begrip van de theorie. Het, zo dacht ik, eenvoudigweg herhalen van Dąbrowski’s werk zou een bepaald succes en acceptatie brengen. Maar iets in mij wilde dit niet en iets in mij kón dit ook niet….

De volgende desintegratie was eerst, wederom, eenlagig. De meerlagige desintegratie die ik wel al kende, was nog niet stevig genoeg in mij doorgegroeid naar een georganiseerde desintegratie. Iets kwetsbaars in mij werd intens geraakt tijdens moederschap, de innerlijke opborrelende twijfels over de theorie en de coronapandemie. Dus hoewel de dominant, emotioneel opererende laag wel ‘meerlagig’ was, werd ik toch getrokken naar een primaire integratie en eenlagige desintegratie.

Ga ik hiermee verder of niet? Wat wil men van mij versus wat wil ik? Wat wil ik?

Deze laatste vraag is altijd heel uitdagend voor mij geweest.

Met ongemakkelijke vragen over geld verdienen en het economische systeem waarbinnen dit afspeelde, aanvoelen dat ik een nieuwe ontwikkeling nodig had en verlegen zijn in mijn hulpvraag, kenmerkend voor beschadiging in vertrouwen en mijn constitutie, bleef ik worstelen.

Maatschappelijke kansen om te groeien met de theorie pakte ik niet helemaal aan. Denk aan promoveren, publiceren en spreken op evenementen.

Zelfrechtvaardiging zei dat ik dit deed om mijn vrijheid te behouden. Tegelijkertijd wist ik ook dat ik de pijn van alle mislukte samenwerking (verbintenissen) uit de weg  ging. Niet wéér, dacht ik…

Ik zocht vooral veiligheid, want angst speelde op.

Trauma-geconditioneerde reacties en, leerde ik later, dubbele bijzonderheid zonder begeleiding, spiegeling en zelfkennis creëerden een plafond. Dit kwam met een herhaling van de impact van niet-passende primaire integratie en een dientengevolge eenlagige desintegratie met daarbij de neiging tot het nemen van géén besluit en het hebben van géén focus te midden van existentiële onrust…

Dit werd een vierjaar lang durende worsteling.

Bij de volgende post ga ik verder in op dit proces. Wat ik hier zoal in tegenkwam en wat dit aan zelfkennis en desintegratie en integratie van Dąbrowski’s perspectieven heeft gebracht. Stay tuned!

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Open Eindig

Creatieve processen leven door ons heen.

Nèt na de boekenweek deel ik een bezinnend eerbetoon aan de bundel lyrische reflecties Intens Mens*. En de creatieve processen die grotendeels niet in mijn handen als schrijver liggen, maar wel door mij heen leven en een kenmerkende vorm aannemen. Het is heerlijk, door barrières van schaamte heen bewegend, om de bundel soms eens op te pakken en mij geraakt te voelen door een zin, een inzicht, een perspectief van toen, de tijdloosheid en contextualiteit van de reflecties. Gewoon, zoals de thema's in de bundel ook weerspiegelen, een open eindig lees - & leefproces. Zodat, als ik schrijf, ik niet grijp.

OPEN EINDIG

Aan chique woorden hangen we ons lief en leed op, houden we ons vast, bungelend boven een diepe afgrond – emotionele bewustwording die ons dreigend in de ogen staart.

Wie weet te koorddansen tussen de pompeuze woordwereld en de schimmige onderwereld van onbewustzijn voelt zich, al is het even, de speler van het spel dat we het leven noemen.

Laat je zo nu en dan meeslepen met, en spéél mee met de intensiteit die we in den beginne zijn. En rust dan even uit op het woord, op de vertaalslag, op de poging om van alle intensiteit één zin te ontleden.

Weet ook dat aan elke zin een einde komt, waar een begin standhoudt tot het kan losbarsten.

Lees het begin tussen de regels door, kus het met liefde wakker voor al wat op de contactgrens tussen verleden, heden en de toekomst ligt. Doop het om tot moed, al weet je dat ook elk begin uiteindelijk onvermijdelijk is.
Heropen en herdicht, leef je leven met poëtica, open en dicht je nader bij elkaar.

Voel aan de levensgemoederen welke wijsheid er in jouw binnenwereld rijpt,
Staaf haar intelligent en ontroer menig hart met raakbare kwetsbaarheid, ranke keuzes en dringende daden.

Laat zien, aan ieder zien,

Dat je een mens van vergankelijk vlees en stollend bloed bent, van diersoort en planteling, in genesis en bitterzoet verval, in tomeloze onwetendheid en glorieuze wetenschap, in tuimelende overgave en verzet.

En wees dan een tussenruimte, een onbepaalde zone waarin je continu wordt, waar we ons ik dopen, iemand die als vanzelfsprekend meereist met dit onderweg zijn. En daar, precies en immer onderweg, accepteer jij als nooit tevoren en telkens weer wie die ik dan is.

Eindig daar, met een open hart, rijp voor elk begin, kloppend aan een open deur.

Eindig, open.

*Nieuwsgierig naar de bundel? Klik op deze link.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Verwilderde zin

In het woordje 'mij' zit een klein meisje. Ssssj.

In het woordje 'mij' zit een klein meisje. Ssssj. Ze is verdrietig en geschrokken. Ze is wild, kijk uit.

Ze is van water en stolt en sterkt langzaam tot vlees en bloed. De wereld is haar thuis, maar zo voelt het niet.

Haar neiging is om zich op te rollen en in zichzelf te draaien. Als een trilobite, allerzachts vanbinnen, pantserhard van buiten.

Het is een goede strategie geweest. Vele miljoenen jaren lang. Het bracht haar waar ze nu is.

Het moment waarop de strategie geen recht meer doet aan het volgende moment. Het moment waarop een nieuwe aanpassing nodig is aan een altijd veranderende omgeving.

Ze verliest het moment met elk woord en weet ook dat elk woord, elke duiding, tekortschiet. Hoe taalvaardig ook, de wereld – en met de wereld haar wezen - is altijd méér.

Ze wil zich zo groothouden dat het niet zichtbaar is hoe kwetsbaar ze is, maar juist dán is het zichtbaar. Ze gebruikt Hoofdletters, afleidende leestekens en witregels. Ze is en blijft wild.

Het is tijd voor haar om te rusten in het verdriet dat eigenlijk geen einde kent. Maar toch stopt, met elke traan zonder duiding haar weg naar buiten vindt, buiten de zee waar haar tranen ongemerkt in opgingen. Waar ze opdroogt. Opdrogen. Aan de kant van de zee, waar een nieuw leven haar wacht. Met een ruggengraat, frisse zintuiglijke waarneming en steeds meer toewerkend naar volledig zoogdier.

Een verrassende technologie. Een lichaam dat nu haar lot is.

Niet dat het echt om evolutie gaat. Het gaat om een verandering die zich niet laat dwingen in ideeën over ontwikkeling. Dat is bijna niet te verinnerlijken voor haar, want het lijkt zo zinloos, zo richtingloos.

Toch is het oké, het opgedroogde verlangen. Een broedplaats voor nieuwe vormen van zin, vast en zeker. Het is leven dat leven wilt. Onvoorstelbaar.

Ze weet dat het grote kolken van de zee, waarom ze nu gestrand is op de droogte, niet in haar te evolueren handen ligt.

Dat het de tijd en de ruimte zijn, die wijsheid borgen. En dat wijsheid altijd opdroogt tot stof.

Dat ze alleen haarzelf kan zijn, nooit anders gedaan heeft. Dat het een constructie is, maar ook een deconstructie. En altijd tegelijkertijd, hoe waanzinnig ook.

En dat het haar hier bracht, waar het wild is. Rauw, verdrietig. Energiek, levenslustig.

Hoeveel geluk kan een mens aan? Haar vriendin stelt de vraag en haar denken blijft onbewogen. Elke emotionele toon is vol en ledig aanwezig en nu is er geen onderscheid te maken, behalve het onderscheid dat ruimte en tijd natuurlijkerwijs zijn.

Ze is een ongeloofwaardige mix aan levensenergie, die toch echt zin spint.

Ze wil zich oprollen en naar binnen trekken als verdediging, maar ‘ze wild méér’.

Ze verwildert haar levenszin, laat rusten wat rust behoeft en vertrouwt op wat ze niet weten kan.

De stevigheid van de met de tijd toenemende stolling glipt haar toch door de vingers. Het is de vloeibaarheid van tranen die weerloosheid tot weerbaarheid transformeert.

De toekomst, zo nabij in het volgende moment nu.

Ze rolt zich open, met haar hart richting de zon en haar zojuist aangegroeide armen wijd open. Pijn trekt door haar belichte lichaam, ze kreunt en weent tot het stopt en droogt en er slechts de verlichting van álles overblijft.

Geen mensvorm meer te bekennen. Ontembaar teder. Zij aan zij met al het lijden, stil in het weten van haar nietigheid. Als zand glipt het grijpen door haar vingers.

Er is geen vervulling

Rest alleen vergeving

En dan een stroom aan zin

Stroom, stroom, stroom

Als tranen in een grote, kolkende zee. Het leven, fluistert het meisje tegen mij, neemt je in háár zin mee.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Existentieel redigeren

De eindigheid van het leven overstrekken met woorden.

"Ik moet schrijven!"

Ik kon het mij niet voorstellen. Welk plezier het kijken naar thrillers, het lezen van misdaadboeken of het luisteren naar grove, agressieve muziek nu toch bood...

Lelijk, dat was mijn esthetisch oordeel.

Ware het niet dat mijn beperkte voorstellingsvermogen een weergave was van onderdrukte emoties. De verhalen die ik mezelf niet vertelde, maar wel mijn leven betroffen.

Het lelijke van mijn leven. De feitelijke afwezigheid van afgestemde aanwezigheid. De afwezigheid van zorg en aandacht, dat ik maar bleef vullen met verhalen over mijn waarden en wat er allemaal wél was. Maar níet dus. De opvulling van een emotioneel gat, de gitzwarte afgrond die ik niet eens lelijk had durven noemen want dan was de aanwezigheid ervan door mijn bewustzijn heen gebroken. Dan had ik mijn verhalen niet alleen moeten aanpassen, maar ook drastisch moeten inkorten. Dan waren ze niet lyrisch. Dan schreef ik misschien wel een misdaadroman.

Ik spring in de afgrond zodra ik mijn verhalen inkort tot het punt waar ze werkelijk over gaan. Niet meer, maar ook niet mínder deel dan wat er was - dan hoe ik de wereld heb leren zien. Zodra ik de afwezigheid van andere karakters precies beschrijf zoals het is. Lelijk. Zoals mijn uit coping geboren schrijfstijl ook lelijk was, omdat het onwaar was.

Compassie. Voor de strijd om mijn leven anders te beschrijven. Om mijn voorstellingsvermogen aan te spreken en in een andere versie van mijn leven te vertoeven. Een parallel universum diende zich aan, altijd mooier dan in het hier en nu, om dat waar ik toch nog in wilde geloven, tenminste aan paper toe te vertrouwen. Zodat íets van integriteit overeind bleef.

"Het lijkt wel of je onbegrepen wilt worden."

Deze woorden van een begeleider vond ik hard. Ik zocht naar verdediging, schoot creativiteit tekort. Het was niet waar wat hij zei, maar het was ook niet helemaal onwaar.

Bij gemis aan verbinding, spiegeling en structuur deed ik wat een kind kan doen. De gaten opvullen met vergoelijkende woorden. 'Vergoelijkend' is een ingewikkeld woord. Tegen de tijd dat ik aan het einde van het woord ben, zijn mijn bittere emoties zeker onzichtbaar...Via literatuur las en schreef ik me, met vele zinnige omwegen, een weg terug naar mijn realiteit. Mijn zinnen werden minder lang. Wat ingewikkeld leek, bleek simpel. En lelijk. En hoe lelijker - eerlijker - ik begon te schrijven, hoe beter mijn boodschap aankwam. En hoe eerlijker, hoe intenser de schoonheid van het spreken en schrijven.

Dat ik meer dan 25 jaar geleden intens ervoer schrijver te willen worden staat mij nog zo voor de geest. Te midden van een desolate eenzaamheid was dat een mentale keuze om de verpletterende afgrond op te vullen. Een stem te hebben. Iets van authenticiteit te midden van ontzienende hechting. Ik wilde wel schrijven over wie ik was en wat ik belangrijk vond, maar niet over hoe dezelfde 'ik' verwaarloosd werd. Alleen het Mooie, Ware en Goede vond een weg naar het papier, inclusief de verdedigingsstructuur van een dolend ego.

Maar het was niet helemaal een wíllen. Toen. "Ik wíl schrijven" was toen een "ik móet schrijven". En ik koos niet voor de omstandigheden, ik was er afhankelijk van.

Dus nee, het is niet zo dat ik niet begrepen wíl worden. Ik ging er al die tijd vanuit dat ik sowieso nooit begrepen zal worden, omdat ik niet had ervaren dat iemand, ergens, ooit, de poging deed om mij te begrepen.

Nu. Nu pas kan ik volmondig zeggen: ik wil schrijven. Ik ben een schrijver. Een schrijver die de verhalen op pent die mij of een ander anders ontgaan. Verhalen maken is wel degelijk en nog steeds een prachtig én nodig beroep. Voor mij een roeping uit een groot, diep, zwart gat.

En nu? Nu blijkt dat ik wel begrepen wil worden en ook dat verbaast mijn voorstellingsvermogen. En het dan eenvoudigweg een knuffel is die ik vragen wil. Dat ik vrágen mag.

Het beste verhaal heeft een open einde.

PS: Spreekt schrijven je aan als creatief proces dat je emotionele en existentiële ontwikkeling inbedt? Wees welkom via lotte@alotofcomplexity.com om samen te ontdekken hoe dit vorm te geven.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Hoe ben ik een goede docent?

Rustend op de pen, complexiteit deels verbeeldend.


Onlangs werd ik geprikkeld tot herdenken van gewoontes. Een reflectie waardoor ik er niet meer mee wegkom (oeps) om mijn rol als docent tot 'inspirerend' te reduceren. Mede dankzij andermans wijsheid over 'verbinding', zag ik waar ik ongeremd verdwijn in mijn belevingswereld.

Creatief, maar.... Ben ik nog afgestemd?

Ik denk aan een inspirerende docent die voor mij een wereld van verschil uitmaakte. Een intense, divergente denker. Studenten wisten zich veelal geen raad met de les.

"Wat moeten we doen?"

Ik voelde vrijheid. Het was bij deze docent dat ik voor het eerst scherpe papers schreef over vergaande ideeën.

Op basis hiervan verinnerlijkte ik het belang van inspiratie. Ik leerde nog niet dat meer structuur soms nodig is. Omdat een leerproces anders verloren gaat in een soep aan ideeën. Dat is niet alleen een potentiële zooi, ook een zonde ;).

Een paper kent maximaal 5000 woorden, dat hielp.

Momenteel leer ik wanneer 'te veel' geen persoonlijke afwijzing inhoudt, maar een kans tot afstemming. Vertraging, hoofd - & bijzaken onderscheidend, met instructies. Hoofd - & hartzaken includerend.

Ik heb een intense gedrevenheid en (juist) daarvoor is het nodig dat ik afgestemd ben. Zendingsdrang ontspan. In een mindere directe context dan begeleider – begeleidde. Zo'n ontmoeting komt van mijn kant met zachte aandacht richting de ander. Waarbij ik ervaring deel, maar geen golf ongestructureerde associaties inbreng.

Mijn gedrevenheid is o.a. om positieve desintegratie toegankelijk, recht doend aan complexiteit én levendig te delen.

Ik deed dit vaak via voordrachten. Dit bood het voordeel van taal én beeld, incl. intonatie en beweging.

Momenteel experimenteer ik met nieuwe en oude vormen. Het is handig om in communicatie beelden te gebruiken die mijn associatieve denken voelbaar weergeven. Zo komen we met in-taal-gegoten verbeelding niet in de soep terecht. Ook structuur ik mijn schrijven meer via het oefenen met Engelse teksten. Hier heb ik minder woorden bij voorhanden. De beperking vrijwaart communicatieve creativiteit.

Terug naar de herinnering. Toen ik ongerept mijn gang ging voor een onderzoek (méér dan 5000 w.), was de eindfeedback:

"Jij bent ook een beetje gek."

Het was waarschijnlijk lollig bedoeld. Toch: Au. Ik was emotioneel niet rijp genoeg om te delen dat ik hulp nodig had.

Het is fijn als er mensen zijn die 'de gekte' zien én meer feedback bieden. Dan ontlaadt ruis en ongemak. Aan beide kanten.

Ik ben ook maar mens, dacht ik. De docent ook natuurlijk. Het is belangrijk om open te staan voor een signaal dat het leren aan beide zijden eindeloos voortgaat.

Graag stap ik nog eens van het podium af als spreker. Face to face verbindend. Met structuur én inspiratie.

Het tekenproces: ik rust op de pen en belicht een sprekend deel van complexiteit. Zo is ongeremd verdwijnen in mijn belevingswereld heerlijk wild. Toch: ingekaderd door papier en een beperkt aantal kleuren. See the catch?

Expiratie.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Internationale vriendschapsdag

Perceptie is krachtig, erken haar kracht.

"Maar dat dóe je al! Zo bén je al!"

Ik herinner me de spiegel van een bijzondere, gewoon écht fijne vriendin. Medemens. Tijdens een lange avond samenzijn begon ik te vertellen over wat dan een ideaalbeeld zou zijn waar ik naartoe wil groeien.

Iets in de trant van..."Ik wil iemand zijn die liefdevol en waarachtig de ander tot zijn of haar potentieel uitnodigt. Ik wil een plek bieden waar mensen kunnen komen, zichzelf en elkaar ontdekken, vrijuit spreken en vrijuit mens zijn.”

In mijn verbeelding was het een andere plek dan onze woonplek waar ook mijn werkruimte is. Dit beeld kwam voort uit een vergelijking. Een ander inspirerend persoon had een ruimte hiervoor ingericht, er een andere naam aangegeven, ingebed in traditie. Maar.... (retorische vraag opwerpend)…Had ik dit thuis en in mijn praktijk ook al niet gedaan?

De vriendin windt er geen doekjes om. Zoals ik haar leer kennen, stapt ze mij tegemoet met al haar aanwezigheid. Gewoon, we staan in verbinding. Blinde vlekken worden opgehelderd als blinde vlekken. Niet lullen, maar poetsen. Afwijzingvrij.

Sinds deze ontmoeting ben ik provocatiever, een tikkeltje eerlijker, in verbinding. Ik laat meer van mezelf zien, kracht-in-evenwicht. Ook omdat het juist dán uitnodigt tot andervrouws volle aanwezigheid. Het zijn nuances, want ik liet al zoveel zien. Toch zijn het veelzeggende micronuances.

Ik kijk terug op jarenlang geconditioneerd mezelf 'kleiner' maken en 'meer' kwetsbaar voordoen. Voorzichtig zijn. Zelfbescherming. Het leek alsof dit de verbinding ten goede kwam. Als ik maar niet in volle kracht aanwezig ben, want dan volgt er afwijzing, strijd, niet belichaamde onzekerheid en, tja, een gedoe. Met liefde en compassie bezie ik het. Dat was er toen, dit is er nu.

Deze vriendin ging niet voor minder dan voor nú. Ze was zichzelf, zo voelt het. En er was in ook geen onevenwichtige idealisatie gaande. Even later bracht ze met doordringende trillende stem in hoe een opmerking van mij haár raakte. Authenticiteit. Samen.

Alle gedoetjes, de serieuze sociale en culturele conditionering, erkennend: nu werd ik uitgenodigd, zelfs zonder uitnodiging, om eenvoudigweg mezelf te zijn.

Nu begreep ik...Ah, dat is wat ik (ook) doe! En wat ik soms nagelaten heb om te doen, te zijn. Invoelbaar.

Al het begrijpelijke stoornisdenken, ontwikkelingsoverfocus of het gedoe includerend. Zo zijn we.

Perceptie is krachtig, erken haar kracht.

De impact van deze vriendin onderschat noch overschat ik niet. Ze staat naast me. Een gegeven dat mij diep ontroert. Integriteit ten top. Ik voel het in mijn opkrullende tenen. Jump!

#internationalevriendschapsdag

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Eenzaamheid en begaafdheid (2)

"If we can not fully embrace our loneliness, we will shield our deepest sadness with the aloneness of others."

Recent deelde ik een post over begaafdheid en eenzaamheid.

Wie altijd gewend is de slimste in de groep te zijn, kan zich verwarrend bedreigd voelen wanneer dit niet (meer) het geval is. Als de ander die uitzonderlijk mee kan denken en doen ook uitnodigt tot vriendschap, kan de ervaring van bedreiging des te complexer zijn. Kan dit samengaan? Wantrouwen wordt op de proef gesteld. De eenzaamheid, die ook veiligheid is gaan betekenen, kan conditioneringen aansterken die een verbinding met ruimte en respect in de weg zitten. De persoon ligt wellicht in strijd om het geconditioneerde ego in stand te houden.

(de gehele post lees je op deze link).

Eén van de conditioneringen kan liggen in het duiden van eenzaamheid als een existentieel deel van leven. Niet per se onwaar. Ik denk aan het werk van Irvin Yalom. In onderstaand citaat komt het sprekende verschil tussen "aloneness" (meer feitelijk alleen zijn, of zonder hulp of referentie naar een ander) en "loneliness" (eenzaam in alleen zijn, al dan niet in directe aanwezigheid van anderen) aan bod.

If we cannot embrace our own aloneness, we will simply use the other as a shield against isolation.

Yalom

Waarom noem ik deze existentiële blik een mogelijke conditionering (die de emotionele reikwijdte wellicht beperkt, onvrijer maakt)? Yalom maakt onmiskenbaar een belangrijk punt voelbaar. De menselijke neiging om eigenaarschap van lijden te projecteren op de ander opdat het minder direct zelf gedragen hoeft te worden, de ander er zelfs verantwoordelijk voor wordt gehouden, is berucht groot. Het doet een andermens geen recht om hem, hen of haar als schild tegen isolatie te gebruiken (ai).

Yalom's citaat zou ook herschreven kunnen worden als:

If we cannot embrace our loneliness, we will smartly use our aloneness as a shield against others.

Wat gebeurt er dan? Bijvoorbeeld, niet toevallig: een uitzonderlijk begaafd persoon vindt een identiteit in alleen-zijn. Alleen-zijn maakt deel uit van een existentieel pad dat plek lijkt te geven, recht doet aan het alleen-zijn. Zij het een vorm van leiderschap, behoorlijk teruggetrokken leven, creatief aan de maatschappelijke rand. Niet gezegd dat deze verhouding tot anderen per se ongewenst, ongezond of onverstandig is. Het kan een manier van leven omvatten dat enorm inspirerend is en precies past bij de persoon, zelfs belangrijke, persoonlijke integriteit mogelijk maakt.

Waar ik weliswaar sensitief attent op wil zijn, is in hoeverre een (naar duiding) gekozen gemarginaliseerde positie een verdonkeremaning van toch gedeelde kwetsbaarheid van mens-zijn impliceert. Of het nu een gekwetst connectieproces of vastgelopen hechtingsdynamiek of beide is, ook eenzaamheid als gevoelservaring mag er helemaal zijn, herkend door te erkennen dat je het wellicht niet gemakkelijk vindt om alleen te zijn en misschien ook wel verlangt naar menselijke verbinding in díe vertrouwde existentiële, 'allenige' diepte.

Waarom ik hier waarde aan hecht?

Het heeft mij nochtans 39 jaar gevraagd om de poreusheid van de existentieel gerechtvaardigde eenzaamheidservaring toe te staan om op te leven in de aanraking van om het even wie, ongeacht diens belichaming van mijn geprojecteerde ideaalbeelden van alleen-zijn.*

Personen om degene heen die 'aloneness' belichaamt "boven" eenzaamheid vinden mogelijk soelaas in het existentiële voorbeeld van de benoemde leider. In de mogelijke idealisatie schieten beide wellicht emotioneel tekort, ontvangen ze naar mijn visie beide niet wat emotioneel mag stromen. Kwetsbaarheid an sich wordt geïsoleerd. En ik beeld me in, ook op basis van projectie, dat dit een impact heeft op welzijn, floreren, de kwaliteit van leiderschap en de creativiteit of het bereik van het pad dat ermee verbonden is.

Wie durft de leider die zo goed alleen kan zijn te vragen naar diens mogelijke gevoelens van eenzaamheid? En dan te luisteren voorbij het ideaal, dat zonder meer van en vol waarden is. Dit wederkerig - zoekend en strompelend, fervent serieus en luchtig licht - verbinden is volgens mij(n ideaal :)) een belangrijke toetssteen van psychologische gezondheid.

Iedereen is kwetsbaar, boven en onder aan de verbeelde, existentiële bergtoppen.

If we can not fully embrace our loneliness, we will shield our deepest sadness with the aloneness of others.

Zo blijven we zelfs eenzaam in het sámen alleen zijn. Dat voelt innig verdrietig. Dat roept bereidheid tot zachte zorg in mij op. In afstemming op de verbinding. Misschien is er niet anders nodig dan aanwezigheid. Dat is prima en een nauwkeurige oefening. Aanwezigheid van de relatie, onthecht van een dominant emotioneel patroon. De relatie centraal stellend. De relatie als leider in eenzaamheid, alleen-zijn en samen-zijn. Om samen te zijn met tranen die misschien nooit tot een gesproken woord geraken, maar wel de basis van relationele integriteit borgen, als ze stromen.

En, hoe leeft dit nu bij mij?

In een training in aanwezigheid leerde ik om bewuster te zijn van een neiging om vóór de ander te zorgen. Dat was bevrijdend. Een emotionele preoccupatie met andermans emotioneel welzijn is langdurig nodig geweest in mijn leven, maar schoot ook tekort voor het hier-en-nu verbinden. Alsof het de dynamiek in de relatie telkens schreef trok en emotionele blessures bracht die levensplezier deden lekken. Toen ik dat zorgen-vóór steeds minder begon te doen, begon ik meer helder waar te nemen waar en wanneer ik het níet-zorgen ook als afweer inzette om kwetsbaar voelende intimiteit uit de weg te gaan. Dat kon ik existentieel goed 'rechtvaardigen', maar klopte emotioneel niet (meer). Ik leer nu om vragen te stellen die ik uit de wegga. Aan mezelf en aan de ander. Bijvoorbeeld over eenzaamheid, de projectie ervan bewust attenderend in de vraag. Met dit proces opent er ruimte voor nieuw soort verbindingen. Verbindingen die ik eerder uit de weg zou gaan, die helpend, creatief en onverwachts (of beangstigend voorspelbaar) vergaand zijn. Eigenlijk, stiekem dan, was ik zuinig op, gehecht aan het verdriet dat eenzaamheid was. Aan de existentiële, serieuze ondertoon waar ik meer op durfde te vertrouwen dan op de directe, beweeglijke, impactvolle ander. Tijd om een gestold zelfbeeld 'op te lossen', om meer onzekerheid (voelbare afhankelijkheid) deel uit te laten maken van 'intelligentie'. De expansie van community klopt op de deur. Spannend!

Wat leeft er bij het lezen van dit artikel bij jou op? Welke gedachten en gevoelens merk je op? (hoe) Speelt eenzaamheid een rol in jouw leven? Wat denk je dat er nodig is om zowel aanwezig te zijn bij elkaar als zorg te bieden in vormen en uitreikingen die geen autonomie ondermijnen en geen levensenergie doen lekken?

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Vriendschap en begaafdheid

Vriendschap. Het is één van de mooiste woorden voor liefde.

"We hebben een bullshitradar.

We weten het wanneer de ander in-authentiek is. Dat doet gewoon pijn. Onze vriendschap kan alleen floreren in volle openheid. Daarom neem ik de tijd ervoor...

We kunnen elkaar wijzen op wat er niet klopt, maar hoe "wijs" ook, we hebben tijd en ruimte nodig om te verwerken, herstellen, integreren. Een beetje verdraagzaamheid, naast een meedogenloze scherpte. Daar tussenin is het spelen. Als kinderen en volwassen, met het scheppen van een nieuwe toekomst.

Dít is wijsheid.

Ik zou zeggen dat het soms net een verstrengeling op afstand lijkt. Haha, dat ik dat zou zeggen! Klinkt veel te esoterisch misschien. Of juist niet.

Soms wijzen we elkaar te midden van een gesprek op de ongemakkelijke waarheid die de één of de ander vermijden wil.

'We weten natuurlijk allebei dat je een ongemakkelijke keuze uit de weg gaat..'

Já já, zeg ik dan, geef me even de tijd.

Ik durf nog niet te vragen of ze me vast wil houden. Beetje wiegen. Ruimte wil zijn. Intellectueel spiegelen is iets veiliger dan emotioneel en fysiek heel nabij zijn. Geen idee wat die mate van intimiteit in beweging brengt.

Tegelijkertijd leer ik ook versnellen in dit contact. Omdat niet alles veranderd hoeft te worden. En omdat vermijding uiteindelijk veel meer energie vraagt.

De schoonheid van onze verbinding is fantastisch. Het ligt op de loer om ook elkaars kwetsbaarheden te ontzien. Ik probeer mezelf erbij te houden. Ik ben niet een surrogaat vader, moeder. Al mentoren we elkaar wel. Moederkwaliteiten en vaderkwaliteiten doen wel goed.

Te veel betekenisgeving, dan lekt de levensenergie. De zin, de richting, de beweging, ook de stilte van de verbinding vallen weg.

We hebben beide een belachelijk druk leven. Creatief wild. Expansie. We veranderen de infrastructuur van onze maatschappijen.

De vriendschap is een herontwerp van wie we geleerd hebben te zijn.

Ik leer van mezelf houden op een zelfloze manier, al is er ook aardig wat verzet. Er valt veel weg, ik wil soms terugtrekken in een donkere hol en nooit meer bewegen. Dat is de stilte die zich aandient. Waar ik eigenlijk altijd naar heb verlangd. De stiltes achter, om, onder...het denken... Brrr,....veel potentieel.

Ik geloof dat we elkaar dáár hebben ontmoet, dáár zien. Ik heb me nog nooit zo ontmoet gevoeld, geloof ik. Verdrietig hè. En machtig mooi.

Vriendschap. Het is één van de mooiste woorden voor liefde."

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

HB valspositief…

Hoe hoogbegaafdheid als fenomeen en concept te beschrijven, onderzoeken en delen?

*Ben je hb positief, hb valspositief, hb negatief of hb valsnegatief?*

Tijdens gesprekken met personen die zich herkennen in kenmerken van hoogbegaafdheid lijkt 'het' soms over een vloek te gaan. Een vloek die, zodra je het woord uitspreekt, zelfs de beste (...) onder ons vervloekt. Op het moment van uitspreken zou wat anderszins gezien, misschien hè, een gave is, misschien wel, waarschijnlijk toch, een vloek blijken.

De term hoogbegaafdheid wordt vermeden, op afstand gezet. Met handschoenen aan benaderd. Steriel bekeken onder een microscoop met aanscherpende afschuw. Of, opgehangen aan de muur, in een lijst, als iets bewonderings - maar niet leefwaardig. Is het dode - of té levendige - materie? Iets van anderen, uit boeken. Welhaast mythisch.

Invoelbaar. Herkenbaar. En invloedhebbend. Hoe we verhalen, karakteriseert de hoofdpersonen. Sociaal gezien lijken er aardige kosten verbonden aan jezelf hoogbegaafd noemen. Bovendien is de term ingebed in een geschiedenis waarin vergelijkingen maken geweld rechtvaardigt, een pijnlijk gegeven dat wat mij betreft alertheid en zachtheid vraagt.

Als we er eenmaal en dapper over durven spreken, jaagt de mythische dimensie en de sociale, morele gevoeligheid het gesprek misschien naar uitspraken die gewichtig of schichtig heen en weer walsen tussen het "positief" dan wel "negatief" benaderen ervan. Waar de eén negatief problematiseert, is het voor de ander des te belangrijker om positief te stimuleren.

Het is fantastisch! "En heel fout om zoveel ruimte in te nemen, doe even normaal..." Koketteren is er alleen voor de kwetsbaren. Succes wordt geaccepteerd wanneer er conflict aan voorafging, mee gepaard ging, wanneer iets overwonnen is. Of, succes is te máken. Kom op. Geloof in jezelf en anderen, dat werpt vruchten af.

De verhalen, die ikzelf ook bezig, zijn niet los te schudden van het hb-onderzoeksveld.

Het is niet makkelijk om hoogbegaafdheid als een fenomeen, uiting van menselijke diversiteit, te bestuderen. Elk domein van kennis brengt eigen perspectieven mee. En we komen in een wirwar van definities, modellen, onderzoeken, projecties, stereotypering, historische gevoeligheid, culturele verschillen en, nou ja, een menselijke wirwar - stromende complexiteit - terecht.

We willen er nuttig mee zijn. Als ik dan hoogbegaafd ben, waarom doe ik er dan zo weinig mee? Moet ik dan méér kunnen, dóen? Er ware kennis over delen...Geen mythes de wereld in helpen, in wortelen. Niemand en ook onszelf niets te kort doen. Vooruitgang boeken. Het beestje niet te direct in de ogen kijken. Het is spannend. Wie hoogbegaafd is, is nog steeds gewoon mens. Gedoe.

Een rijtje kan wellicht wenselijke wonderen doen. Is de wirwar te ordenen?

Het positieve van iemand zijn met kenmerken van hoogbegaafdheid, is:

De intensiteit
Complexiteit
En de gedrevenheid
Anders zijn

Het negatieve van iemand zijn met kenmerken van hoogbegaafdheid, is:

De intensiteit
Complexiteit
En de gedrevenheid
Anderszijn

Goed, beetje gekscherend dit....Positief versus negatief, het zijn woorden die pas betekenis hebben in een verhaal bolstaand van waarden en gevoelens, van ontwikkeling, processen.

Maar, zo bekeken zijn we er wel meteen uit, uit de wirwar. Onder de streep komen we op 0 uit . Een weinig bedreigend - of juist héél eng - cijfer.

Kunnen we nog spreken over hoogbegaafdheid vanuit een non duaal perspectief? Doet het er dan toe?

Absoluut niet. Relatief wel.

Het zou ons gesprek erover tekortdoen om de interactie met de omgeving buiten beschouwing te laten. Mismatches in sociale zin, op allerlei vlakken, brengt lijden.

En lijden is tegelijkertijd afhankelijk van perceptie...

Hoe het ook zij....Het liefst ben ik, ten aanzien van "deze hb", positief en negatief. Ik zou mezelf tekort doen bij nadruk op één van de zogenaamd twee kwalificeringen, sociale constructies. En dat voelt 'vals', foutnegatief. Daaraan toegevoegd: alleen in het nonduale vertoeven voelt ook vals. Dit kunnen we grofweg omdopen tot de zogenaamde "hb-bypass". Of privilege.

Of we nu over hoogbegaafdheid, cognitief sterke personen, uitermate goed redenerende, creatieve duizendpoten of intense mensen hebben....

Intensiteit kan zowel geïnflateerd zinloos voelen als hyperbool zinvol ten toon gespreid worden.
Complexiteit kan nodenvol ingewikkeld en chaotisch als vereenvoudigd doordacht en intrigerend potentieelvol zijn.
Gedrevenheid zowel ongericht en doelloos, gedesoriënteerd en gefragmenteerd als gehyperfocust de huidige tijd voorbij strevend, hoofd - en hartzaken verbindend...

Mens. Met een twist van vérvoelen, scheutjes diepdenken, beetjes of behoorlijk behendig bewegen, vèrweg verbeelden en serieus prikkelende zintuigen. Het is een dans tussen domeinen, dimensies, kanalen, zeg maar: uitersten van mens zijn.

Tuurlijk kan hoogbegaafd-zijn met problemen komen. En hoe. Kijk naar de wereld, (en dan -->) hoe kan dat anders?

Fijn dat we erover in gesprek zijn. Voelt positief. En negatief. Fijn en minder fijn, positiefnegatief en negatiefpositief. Complex. Ja, hier begint het wederkerig gesprek.

Het is, ervaar ik, prachtig om met elkaar een open ruimte te creëren waarin er ruimte is voor de ervaring vervloekt en begiftigd (of is het 'vergiftigd en begiftigd' ?) te zijn. Waar het licht breekt, meer kleuren zich kenbaar en kenmerk maken aan en van ons zenuwstelsel-in-onderzoek.

Een onderzoek van ons zenuwstelsel, ontzenuwend waar de gevoelskaart de verbinding met de complexiteit van de omgeving benauwt, prikkelend waar (openheid tot) stimuli welkom, verdiepend, verrijkend en verreikend ís, zijn.

Het is #deweekvandehoogbegaafdheid

Wat is voor jou 'de hoogbegaafdheid'? Ik ben benieuwd naar jouw ervaring, visie, denk - & voelbewegingen. Is er een vloek, spreek je van een gave? Een vermogen, potentieel of onzinnig onderwerp, het kan allemaal. Misschien doet het er niet toe, misschien is het momenteel een perspectief dat heel je voeldenken kaapt. Vrijheid om met elkaar over uit te wisselen is wat mij betreft van grote waarde(n).

Stel, je noemt het woord 'hoogbegaafdheid'. Wat gebeurt er bij je? Hoe is het dan om jou te zijn? (waar) Voel je sensaties? Borrelt er een impuls op in je lichaam? Wil je je kleiner, of juist groter maken? Wil je je ogen dichthouden, - doen of wagenwijd opensperren, scannend of absorberend? En, al denkend, van wiens verhaal word jij nu een personage? Vertel eens, als je wilt, welke conflicten dienen zich in dit verhaal aan? Welke reis ben je nu gestart?

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Eenzaamheid en begaafdheid (1)

Wanneer komt een uitzonderlijk begaafd persoon iemand tegen die spelend strijdt én afgestemd aansluit?

Eén van de meest verdrietige situaties die ik in de relationele levens van personen met kenmerken van hoogbegaafdheid tegenkom, is eenzaamheid.

Daarbij, ook de persoon die volgens de perceptie van anderen, volgens hún relationele gevoelens of inschattingen, niet eenzaam is, kan dit zelf wél ervaren. Een populair begaafd kind kan zich alsnog diep vanbinnen eenzaam voelen. De intensiteit en complexiteit van beleving en betekenisgeving kan perspectieven, ideeën, gevoelens en acties met zich mee brengen die niet overeenkomen met normen en conventies. Sociaal vaardig én terughoudend zijn in het delen van deze diepere beleving kan samengaan. De diepste intimiteit wordt dan niet gedeeld en dit doet iets met de veiligheidsbehoefte 'belonging'. Dit kan samengaan met verstoorde of verstorende gedachten, die groeibehoeftes ook beperken. Zoals aanhoudende, geïnternaliseerde onzekerheid (desondanks en soms mede dankzij alle 'uiterlijke' waardering) of een groot te houden zelfbeeld waarin er op dieper niveau geen vertrouwen is naar de ander (en dus het zelf).

Wanneer komt een uitzonderlijk begaafd persoon iemand tegen die spiegelt, uitdaagt, emotioneel resoneert, bevraagt, spelend strijdt én afgestemd aansluit?

Wanneer dit voorkomt, kan het de dieperliggende conditionering omhoogbrengen. Wie altijd gewend is de slimste in de groep te zijn, kan zich verwarrend bedreigd voelen wanneer dit niet (meer) het geval is. Als de ander die uitzonderlijk mee kan denken en doen dan ook nog uitnodigt tot vriendschap, kan de ervaring van bedreiging des te complexer zijn. Kan dit samengaan? Het wantrouwen wordt op de proef gesteld. De eenzaamheid, die ergens ook veiligheid is gaan betekenen, kan conditioneringen aansterken die een verbinding met ruimte en respect in de weg zitten. De persoon ligt wellicht in strijd om het geconditioneerde ego in stand te houden.

Of dit nu om een 'succesvol' gesocialiseerde hoogbegaafde persoon of om een 'onderpresterend' of 'onafhankelijk' (of alle drie) slim persoon gaat, allen kunnen in hun hechting (van huis uit) en connectie (binnen de culturele en sociale settings) geconditioneerd zijn om een ander vaardig dichtbij en vereenzamend ver weg te houden.

Dit (h)erken ik. Ik heb mensen lief, kan sociaal vaardig zijn en ervaar intimiteit met gelijkwaardige spiegeling als spannend. Het is pas sinds een aantal jaren dat ik een vriendengroep heb waarmee ik aan het leren ben 'volledig' (zowel vol als leeg) mezelf te zijn. Om te stromen, expanderen, afstemmen, herkennen en erkennen, respecteren en liefhebben, om groot én klein te zijn. Voorbij idealisering (bijzonder-zijn) en plotselinge afwijzing (oh, tóch kwetsbaar-zijn, wel héél dichtbijkomen), voorbij intense liefde die ineens over lijkt te zijn (ai). We zijn getuigen van elkaar. In het samen kunnen en willen dragen van intensiteit en complexiteit die ons vertrouwd is, merk ik openingen in mezelf om verder buiten onze bubbel te verbinden en bij te dragen. Om eerlijke feedback te vrágen.

**Intens blij word ik van berichten van deelnemers aan studiedagen of community dagen. Niet zelden ontmoeten ze hier andere deelnemers met wie een enorme klik opleeft. Dát is de diepste motivatie van dit werk, binnen een context waarin denken en voelen evenredig welkom zijn. Zie de volgende link voor meer informatie over de volgende communitydagen.

Read More